Aansluitmogelijkheid voor IP-module
15
Aansluitmogelijkheid voor IP-module
De binneneenheid kan via de IP-module (toebehoren) op het internet
(kiestoon instellen) worden aangesloten en via een smartphone of tablet
worden bediend. De module is bedoeld als interface tussen cv-installatie
en een netwerk (LAN) en maakt bovendien de SmartGrid-functie moge-
lijk.
Voor het gebruik van de volledige functionaliteit zijn een
internettoegang en een router met een vrije RJ45-uit-
gang nodig. Hierdoor kunnen extra kosten ontstaan.
Voor het regelen van de installatie met een mobiele tele-
foon is de gratis app Bosch EasyRemote nodig.
Afb. 53 IP-module
[1]
RJ45-aansluiting
[2]
Typeplaat voor IP-module
Inbedrijfstelling
Bij de inbedrijfname de documentatie van de router res-
pecteren.
De router moet als volgt zijn ingesteld:
• DHCP actief
• Poorten 5222 en 5223 mogen niet voor uitgaande communicatie
zijn geblokkeerd.
• Vrije IP-adres aanwezig
• Op de module aangepaste adresfiltering (MAC-filter).
Voor de inbedrijfname van de IP-module staan de volgende mogelijkhe-
den ter beschikking:
• Internet
De module krijgt automatisch een IP-adres van de router. In de basis-
instellingen van de module zijn de naam en het adres van de doelser-
ver opgenomen. Zodra een internetverbinding is opgebouwd, meldt
de module zich automatisch op de Bosch-server aan.
• Lokaal netwerk
De module heeft niet noodzakelijkerwijs een internettoegang nodig.
Deze kan ook in een lokaal netwerk worden gebruikt. In dit geval kan
echter de cv-installatie niet via internet worden benaderd, en de IP-
modulesoftware wordt niet automatisch geactualiseerd.
• App Bosch EasyRemote
Bij de eerste keer starten van de app wordt u gevraagd, de af fabriek
vooringestelde loginnaam en het wachtwoord in te voeren. De login-
gegevens zijn op de typeplaat van de IP-module afgedrukt.
54
1
2
6 720 809 156-41.1I
OPMERKING: Bij vervangen van een IP-module gaan de
logingegevens verloren!
Voor elke IP-module gelden eigen logingegevens.
▶ Voer de login-gegevens na de inbedrijfname in het
daarvoor bedoelde veld in.
▶ Na vervangen van de IP-module de gegevens van de
nieuwe module invoeren.
▶ Gebruiker informeren.
Als alternatief kan het wachtwoord op de bedieningseen-
heid worden veranderd.
16
Bedrijf zonder buiteneenheid (standalone be-
drijf)
De binneneenheid kan zonder aangesloten buiteneenheid in bedrijf wor-
den genomen, bijvoorbeeld wanneer de buiteneenheid pas later wordt
gemonteerd. Dit wordt standalone-bedrijf genoemd.
In standalone-bedrijf gebruikt de binneneenheid uitsluitend de geïnte-
greerde of de externe bijverwarming voor het verwarmen en voor de
warmwaterbereiding.
Bij inbedrijfname in standalone-bedrijf:
▶ Kies in het servicemenu «Warmtepomp» de optie «Standalone be-
drijf» ( handleiding van de bedieningseenheid).
17
Accessoires
17.1
Kamertemperatuurgestuurde regelaar (toebehoren,
zie afzonderlijke handleiding)
Wanneer de kamertemperatuurgestuurde regelaar na de
inbedrijfname van de installatie wordt geïnstalleerd,
moet deze in het inbedrijfnamemenu als bedieningseen-
heid voor het betreffende cv-circuit worden ingesteld
( handleiding bedieningseenheid).
▶ Kamertemperatuurgestuurde regelaar monteren ( handleiding van
de kamertemperatuurgestuurde regelaar).
▶ Kamertemperatuurgestuurde regelaar in de schakelkast van de bin-
neneenheid op klem EMS aansluiten.
▶ Kamertemperatuur conform de handleiding van de bedieningseen-
heid instellen.
Wanneer op de EMS-klem al een component is aangesloten, de aanslui-
ting conform afb. 54 op dezelfde klem parallel uitvoeren. Wanneer in de
installatie meerdere EMS 2-modules worden geïnstalleerd, deze con-
form afb. 14, hoofdstuk 8.9 aansluiten.
Compress 3000 – 6 720 822 308 (2017/11)