6 Installatie
• Klik op "Overnemen" om de instellingen op te slaan.
De naam van het Solar-portaal verschijnt op de
§
pagina. In het vakje ( ) naast de portaalnaam
verschijnt automatisch een vinkje.
De gegevensoverdracht is nu geactiveerd.
§
Aanwijzing: Om de gegevensoverdracht te beëin-
digen, zie hoofdstuk 9.5 (pagina 60).
• Controleer of de verbinding in orde is.
• Voer in het veld "Portal-Code" de woorden
"go online" in.
• Bevestig uw invoer door op "Overnemen" te klikken.
• Vraag de "Infopagina" op.
Als in het veld "Laatste verbinding met het portaal" een
waarde in minuten aangegeven is, dan is de verbinding
met het Solar-portaal tot stand gebracht.
Daarna kunt u zich bij het Solar-portaal registreren en
met behulp van de omvormer een installatie aanmaken
of de omvormer aan deze installatie toevoegen.
Aanwijzing: Een omvormer moet zich eerst bij het
portaal melden ("go online") voor hij in het portaal aan
een installatie kan worden toegewezen.
6.8 Toebehoren installeren bij commu-
nicatieboard I
Indien aanwezig, installeert u nu toebehoren zoals bijv.
sensors of rimpelspanningontvangers.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
Het communicatieboard staat onder spanning!
Enkelvoudig geïsoleerde kabels van communicatie-
componenten kunnen bij beschadiging van de isolatie
in aanraking komen met netspanningsvoerende onder-
delen.
• Sluit in de omvormer alleen dubbel geïsoleerde
kabels aan.
LET OP
Het communicatieboard kan door een elektrostatische
ontlading worden beschadigd.
• Raak eerst een geaarde plek aan, bijvoorbeeld de
opname voor de schroefverbinding van de behui-
zing rechtsonder, voordat u de printplaat aanraakt.
34
Montage- en gebruiksaanwijzing Solar-omvormer PIKO
Overzicht van de interfaces voor toebehoren
Afbeelding 54: Aansluitingen communicatieboard I
1
Schakeluitgang (S0/AL-OUT)
2
RS485-interface
3
DIP-schakelaar voor RS485-configuratie
4
Klem voor analoge interfaces
Schakeluitgang (S0/AL-OUT) aansluiten
De schakeluitgang S0/AL-OUT kan worden bezet met
de volgende functies:
— S0-interface
— Alarmuitgang
— Schakelen van verbruikers (eigenverbruik)
S0-interface: De schakeluitgang gedraagt zich als een
impulsuitgang volgens DIN EN 62053-31 met een
impulsconstante van 2000 impulsen per kilowattuur.
Met een geschikt ontvangstapparaat, bijvoorbeeld een
energieteller of een display, kunt u de energie-
opbrengst van uw fotovoltaïsche installatie registreren
en weergeven.
Alarmuitgang: De schakeluitgang heeft de functie van
een potentiaalvrij verbrekend contact. Het contact
wordt verbroken wanneer er een storing is (zie deel
‹Storingen›, pagina 55).
Eigenverbruik: De schakeluitgang heeft de functie van
een potentiaalvrij makend contact. Er wordt contact
gemaakt wanneer aan de ingestelde voorwaarden is
voldaan (zie deel ‹Voorwaarden voor het inschakelen
van verbruikers (eigenverbruik) instellen›, pagina 44).
Neem voor verdere informatie ook goed nota van tekst
en afbeeldingen in deel ‹Eigenverbruik›, pagina 11.
max. belasting
max. spanning
aansluitingen
Tabel 6: Technische gegevens schakeluitgang
Aanwijzing: Tussen omvormer en verbruiker dient u
bijv. een extern lastrelais te installeren. Sluit geen ver-
bruikers direct op de schakeluitgang aan!
• Sluit de leidingen op de desbetreffende klem
(afbeelding 54, positie 1) aan.
1
2
3
4
100 mA
250 V (AC of DC)
polariteitsneutraal