17 Uitgebreide functies
17.6 Profielcorrectie
Spec. functie\...\-Cut-off-flow
• Toets de cut-off-flow in.
• Druk op ENTER.
Alle negatieve waarden van de stromingssnelheid die groter zijn dan deze grenswaarde,
worden op nul gezet.
Als u Cut-off-flow\absoluut en eigen gekozen heeft, moet u maar één waarde in-
toetsen:
Spec. functie\...\Cut-off-flow
• Toets de cut-off-flow in.
• Druk op ENTER.
Alle absolute waarden van de stromingssnelheid die kleiner zijn dan deze grenswaarde,
worden op nul gezet.
17.6
Profielcorrectie
Voor het berekenen van de stromingsmechanische calibratiefactor k
instellingen kunnen worden uitgevoerd:
• off: profielcorrectie 1.0
• on: profilcorrectie 2.0 onder ideale inloopomstandigheden (voorinstelling)
• With disturbance: profilcorrectie 2.0 onder niet ideale inloopomstandigheden
Voor het instellen van de profielcorrectie moet u de volgende stappen uitvoeren:
• kiezen van de instelling van de profilcorrectie in de programmavertakking Spec. functie
• invoeren van de storingsafstand in de programmavertakking Parameter als u
With disturbance heet gekozen
Als u With disturbance kiest, de sensoren moeten in reflectieopstelling,
X-rangschikking of versprongen X-rangschikking worden gemonteerd om
dwarsstromingseffecten te compenseren. Voor de rangschikking in X moeten de
dezelfde parameter op beide meetkanalen ingetoetst worden en een verrekeningskanaal
met gemiddeldeberekening voor beide meetkanalen moet worden geactiveerd.
Kiezen van de instelling
Spec. functie\...\Meten\ProfileCorr 2.0
• Kies in de programmavertakking Spec. functie het menupunt Meten.
• Druk op ENTER totdat het menupunt ProfileCorr 2.0 wordt weergegeven.
• Kies een lijstnotering (voorinstelling: on).
• Druk op ENTER.
166
de volgene
Re
2020-05-29, UMFLUXUS_F60xV5-3NL
FLUXUS F60x