Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoudstaak
Onderhoudstaak
Onderhoudstaak
Controleer of het peil van de reinigingsvloeistof hoger ligt dan de minimumlijn die op
de reinigingsvloeistoffles is aangegeven. Vul of vervang de fles zo nodig. Volg de
De reinigingsvloeistof vervangen, page
Reinig het pistool. Zie de handleiding van uw pistool.
Voer een pompblokkeertest uit. Volg de
Verricht deze taak telkens als u vloeistof waarneemt bij de draineeropeningen op de
isolatievloeistofpomp of wanneer onderhoud wordt gepleegd aan de pomp.
Controleer de ontlaadweerstand. Voer de stappen in uit.
Het systeem
systeem voorbereiden
voorbereiden voor
Het
Het
systeem
voorbereiden
onderhoud
onderhoud
onderhoud
1. Ontlaad de systeemspanning. Volg
de
Procedure voor het ontladen van
vloeistofspanning en aarding, page
2. Spoel het systeem. Zie
(systemen zonder kleurwissel), page 30
Het systeem spoelen (systemen met
ingeschakelde kleurwissel), page
3. Ontlast de systeemdruk. Volg de
Drukontlastingsprocedure, page
4. Druk op de Stop-toets
besturingsinterface en ontkoppel de
voedingskabel (Y).
5. Voer het onderhoud uit op het onderdeel of doe
de onderhoudstaken.
Controleren
Controleren op
Controleren
op
op vloeistoflekkage
vloeistoflekkage
vloeistoflekkage
Controleer dagelijks op vloeistoflekkage.
LET
LET OP
LET
Vloeistof die lekt of zich ophoopt in het systeem
kan een lage systeemspanning of vonkvorming
veroorzaken waarbij systeemcomponenten
beschadigd raken. Reinig lekkage en dep droog.
1. Maak het isolatiesysteem klaar voor een
onderhoudsbeurt. Voer de stappen in uit.
2. Gebruik een platte schroevendraaier om de deur
van de isolatiekast te openen.
3. Schuif de elektrostatische afscherming (12)
omhoog om ze te verwijderen.
4. Om het deksel van de isolatieklep (99) te
verwijderen draait u de bovenste en onderste
schroeven (99a) los.
5. Inspecteer de volgende locaties in de isolatiekast:
• Aansluiting op de vloeistofuitlaatslang (E).
3A8018D
66.
Procedure voor een pompblokkeertest, page
voor
voor
28.
Het systeem spoelen
of
31.
29.
op de
OP
OP
58.
• Inlaatklep (F).
• Isolatieklep (G).
• Veeg eventuele ophopingen weg van de
componenten van de isolatieklep (211, 222).
LET OP
LET
LET
Wanneer zich vloeistof ophoopt in de
componenten van de isolatieklep kan de
afdichting beschadigt raken, waardoor
vloeistoflekkage ontstaat.
• Monitor het reinigingsvloeistofpeil. Het peil
moet hoger zijn dan de minimumlijn die op
de reinigingsvloeistoffles is aangegeven.
Lekkende afdichtingen van isolatiekleppen
kunnen leiden tot veranderingen in het
vloeistofpeil.
• Aansluitingen op de isolatievloeistofpomp (K).
• Draineeropening voor vloeistof (WH) Indien
de vloeistofdichting kapot is, zal zich vloeistof
ophopen achter de zuiger, waardoor vloeistof
zal lekken uit de draineeropening aan de
linkerkant.
Figure 31 Controleer op vloeistoflekkage
Onderhoud
Dagelijks
Dagelijks
Dagelijks
Wekeli-
Wekeli-
Wekeli-
jks
jks
jks
�
�
�
OP
OP
65
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
