In Bladeren door offline kaart kun je een voorbeeld van de gedownloade kaart bekijken voordat je
een trainingssessie start. Om de kaart naar het huidige locatie te verplaatsen tik je op de kompasnaald
rechtsboven in het scherm. Als je wegbladert van je huidige locatie, verandert de kompasnaald van rood
in wit.
TIJDENS DE TRAINING
Als je op de kaart tikt, verschijnt linksboven in het scherm een handpictogram. Je kunt naar de modus bla-
deren en zoomen gaan door op het handpictogram te tikken of door in de linkerbovenhoek van de kaart
te tikken. De rode balk onder- en bovenaan in het scherm geeft samen met het handpictogram aan dat
de modus bladeren en zoomen actief is. Je kunt inzoomen door te dubbeltikken of uiteen te knijpen en
uitzoomen door met twee vingers te tikken of ineen te knijpen. Door te vegen kun je door de map bla-
deren. Je kunt de kaart centreren door op de indicator van het kaarttype te tikken. Je verlaat de modus
bladeren en zoomen automatisch als je het scherm enkele seconden niet aanraakt of op het hand-
pictogram tikt. Als je de modus bladeren en zoomen verlaat, wordt je locatie op de kaart automatisch
gecentreerd.
Je kunt ook de richting van de kaart wijzigen (KOERS BOVEN of NOORDEN BOVEN) door op indicator
van het kaarttype te tikken, rechtsboven in het scherm.
KOERS BOVEN: De locatieaanwijzer blijft naar de bovenkant van het scherm wijzen, ongeacht de rich-
ting van je koers. Als je een bocht neemt, wijzigt de kaartweergave dienovereenkomstig, zodat de loca-
tieaanwijzer naar de bovenkant van het scherm blijft wijzen. De indicator van het kaarttype KOERS
BOVEN rechtsboven in het scherm wijst naar het noorden.
47