1B20, 1B27, 1B30, 1B40, 1B50
Motor slaat aan, blijft echter niet lopen
Mogelijke oorzaken
Toerenverstelhendel
niet ver genoeg in de
richting Start.
Apparaat niet losge-
koppeld.
Brandstoffilter verstopt. Brandstoffilter vervangen.
Stopsignaal van controle-elementen, die in verbinding staan met de
automatische uitschakeling (optie):
▪ Geen oliedruk.
▪ Defecte wissel-
stroomgenerator (al-
leen bij uitvoering
"Extern dashboard-
kastje").
▪ Te hoge motortem-
peratuur.
▪ Motor draait met te
hoog toerental (al-
leen bij uitvoering
"Dashboardkastje
aan de motor ge-
monteerd").
Stoorsignaal van beveiliging tegen overspanning en omgekeerde po-
lariteit in de spanningsregelaar:
Accu en/of andere ka-
belverbindingen ver-
keerd aangesloten.
Losse kabelaansluitin-
gen.
HATZ
Maatregel
Hendel in de startpositie zet-
ten.
Motor – indien mogelijk – door
hem los te koppelen scheiden
van het apparaat.
Oliepeil controleren.
Contact opnemen met een
HATZ servicestation.
Koelluchtwegen controleren op
verontreiniging of andere scha-
de.
Contact opnemen met een
HATZ servicestation.
Elektrisch systeem en de com-
ponenten ervan controleren of
contact opnemen met een
HATZ servicestation.
Handleiding
Storingen
Paragraaf
7.3 Toerentalver-
stelling instellen,
pagina 40
8.2.11 Brandstof-
filter vervangen,
pagina 84
7.6 Oliepeil con-
troleren, pagina
51
8.2.8 Koellucht-
gebied reinigen,
pagina 77
95