2. ZO STELT U DE OORZAAK VAN EEN PROBLEEM VAST
Wanneer het apparaat is ingeschakeld, kunnen storingen op de afstandsbediening of via de LED's
op de printplaat van de pc of de binnenunit worden geconstateerd.
Storingen verhelpen met behulp van het display van de afstandsbediening.
1 Bij de aangesloten afstandsbediening. (OPMERKING 1)
Wanneer het apparaat stopt als gevolg van een storing, de verklikkerlamp knippert en in het LCD-
scherm van de afstandsbediening "
de storing vaststellen met behulp van de tabel met de Lijst met foutcodes. Bij groepsbesturing wordt
het apparaatnummer weergegeven, waardoor de binnenunit waarbij de storing is opgetreden
gemakkelijk kan worden getraceerd. (OPMERKING 2)
2 Met de draadloze afstandsbediening.
(Zie ook de bedieningshandleiding van de draadloze afstandsbediening)
Wanneer het apparaat stopt als gevolg van een storing, zal het display op de binnenunit knipperen.
In dat geval kunt u de aard van de storing vaststellen met behulp van de tabel met de Lijst met fout-
codes door de weergegeven foutcode op te zoeken, die u op de volgende manier zichtbaar maakt.
(OPMERKING 2)
(1) Druk op de toets INSPECTIE / TESTBEDRIJF, "
(2) Druk op de toets PROGRAMMEERTIJD en lees het apparaatnummer af waarbij de storing is
opgetreden.
Aantal pieptonen
(3) Druk op de keuzetoets FUNCTIE; het bovenste getal van de foutcode knippert.
(4) Druk nogmaals op de toets PROGRAMMEERTIJD tot het apparaat 2 korte pieptonen geeft en zoek
de bovenste code.
(5) Druk op de keuzetoets FUNCTIE; het onderste getal van de foutcode knippert.
(6) Druk nogmaals op de toets PROGRAMMEERTIJD tot het apparaat een lange pieptoon geeft en
zoek de bovenste code.
• Een lange pieptoon geeft aan dat de foutcode wordt weergegeven.
Storingen verhelpen met behulp van de LED's op de printplaat (Zie Tabel 9 )
De volgende controles kunnen worden uitgevoerd via de onderhouds-signaal-LED's (groen).
(Normaal:knipperend)
: LED aan
: Niet in gebruik voor Storingen verhelpen
Table 9
Microcomputer
Controlesig-
normaal con-
naal transmis-
trole
sie normaal
HAP(H1P)
18
3 korte pieptonen.......Voer de volgende stappen allemaal uit
1 korte pieptoon ........Voer de stappen (3) en (6) uit
1 lange pieptoon........Geen storing
: LED uit
HBP(H2P)
Binnenunit werkt normaal
Defect aan printplaatunit van
binnenunit of verkeerd
aangesloten bedrading tussen
binnenunits en buitenunits
Controleer de buitenunit wan-
neer HAP(H1P) van de buite-
nunit niet brandt. Wanneer de
LED knippert is de oorzaak
ofwel verkeerd aangesloten
bedrading of een defecte printp-
laatunit van de binnenunit.
(OPMERKING 4)
Defecte printplaatunit van de binnenunit (OPMERKING 5)
Afwijking in de voedingsspanning, defecte printplaatunit of ver-
broken verbinding tussen de binnen- en buitenunits
(OPMERKING 5)
" en de foutcode worden weergegeven, kunt u de aard van
" wordt weergegeven en "0" knippert.
: LED knippert
Informatie
FA(Y)–F
Controleer de werking van de buitenunit
FAYP–B, FAQ
Verkeerd aangesloten bedrad-
ing tussen binnenunits en buite-
nunits
Controleer de buitenunit wan-
neer HAP(H1P) van de buite-
nunit niet brandt. Wanneer de
LED knippert is de oorzaak
ofwel verkeerd aangesloten
bedrading of een defecte printp-
laatunit van de binnenunit of de
buitenunit. (OPMERKING 4)
Nederlands