Koppelingshendel
1. Koppelingshendel
De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppe-
len. Laat de hendel los om de koppeling te
laten aangrijpen. Voor een soepele wer-
king van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam
worden losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 320).
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
DAU12820
Schakelpedaal
1. Schakelpedaal
Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combi-
natie met de koppelingshendel gebruikt
bij het schakelen van de versnellingen van
de 5-traps constant-mesh versnellings-
bak op deze motorfiets.
DAU12871
Remhendel
1. Remhendel
2. Stelwiel
3. Pijlteken
4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
De remhendel bevindt zich aan de rech-
terstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de stuur-
greep af te stellen, wordt het stelwiel
gedraaid terwijl de hendel van het stuur
vandaan wordt gehouden. Controleer of
het correcte instelpunt op het stelwiel
tegenover het "
remhendel staat.
3-11
DAU26823
3
"-merkteken op de