4
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met
de vierwegbesturing (45).
Het pictogram van de instelling voor D-
Range verschijnt op het scherm.
P
Q
O
3
• Als u de gevoeligheid instelt op 125 of 200 en Hooglichtcorrectie op O
(Aan), dan verandert de instelling in 250. De instelling keert terug naar de
vorige waarde als u Hooglichtcorrectie instelt op P (Uit).
• Als u de instelling [Hooglichtcor.] of [Schaduwcorrectie] vaak wijzigt, kunt u
tijd besparen door deze functie toe te wijzen aan de knop Snelinstelling
(p.112).
In sommige opnamestanden kan de functie Inst, D-range niet worden
geselecteerd. Zie "Beschikbare functies voor elke opnamefunctie" (p.228)
voor details.
Pixeltrack SR instellen
U kunt met deze functie camerabewegingen corrigeren bij het maken van foto's.
Als u Pixel Track SR op O (Aan) zet, worden automatisch alle
camerabewegingen tijdens het maken van een opname gecorrigeerd. De
standaardinstelling is P (Uit).
De instellingen van Shake Reduction in de standen C (Video) en
(Onderwatervideo) worden geconfigureerd onder Movie SR (p.123).
1
Selecteer [Pixeltrack SR] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Schakel tussen O (Aan) en P (Uit) met de vierwegbesturing
(45).
O(Aan)
P (Uit)
De instelling wordt opgeslagen.
110
Als [Hooglichtcor.] is ingesteld op
O
Als [Schaduwcorrectie] is ingesteld
op O
Als [Hooglichtcor.] en
[Schaduwcorrectie] zijn ingesteld
op O
Camerabewegingen worden automatisch gecorrigeerd.
Er worden geen correcties uitgevoerd.
P
3 8 3 8 3 8