Pixeluitlijning uitvoeren
Pixeluitlijning ("mapping") is een functie voor het uitlijnen en corrigeren van
defecte pixels in de CCD-sensor. Activeer de pixeluitlijningsfunctie als
beeldpunten altijd op dezelfde plaats defect schijnen te zijn.
• Pixeluitlijning is alleen beschikbaar in de stand A. Pixeluitlijning kan niet
worden geselecteerd, zelfs als het menu [W Instelling] wordt weergegeven,
door te drukken op de knop 3 in de stand Q.
• Als u Pixeluitlijning uitvoert vanuit de stand Q, druk dan één keer op de
knop Q om de stand A te activeren. Druk daarna op de knop 3 en
op de vierwegbesturing (5) om het menu [W Instelling] op te roepen en
selecteer Pixeluitlijning.
• Pixeluitlijning kan niet worden geselecteerd in de stand O
(Geluidsopname).
1
Selecteer [Pixeluitlijning] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Pixeluitlijning] wordt weergegeven.
3
Selecteer [Pixeluitlijning] met de
vierwegbesturing (2).
4
Druk op de knop 4.
Pixels die defect zijn, worden geregistreerd en gecompenseerd.
Als de batterij bijna leeg is, verschijnt het bericht [Onvoldoende batterij-
vermogen om pixelmapping te activeren] op de monitor. Gebruik
netvoedingsadapterset K-AC117 (optioneel) of gebruik een batterij met
voldoende resterende capaciteit.
Pixeluitlijning
Controleert de
beeldsensor en
corrigeert defecte pixels
Pixeluitlijning
Onderbreken
7
OK
OK
201