1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname waaraan u een kader wilt toevoegen.
2
Selecteer E (Creatief kader) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm verschijnt waarin u het creatieve- kadertype kunt selecteren.
4
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om een creatief-kadertype
te selecteren, en druk op de knop
4.
Het kaderinstelscherm verschijnt.
5
Selecteer [Kadertype] met de
vierwegbesturing (23), en druk
op de vierwegbesturing (5).
6
Selecteer een kadertype met de vierwegbesturing (23)
en druk op de vierwegbesturing (4).
7
Stel [Kleur] op dezelfde manier in als bij stap 5 en 6.
8
Stel de positie van het kader en de opname in.
Zie"De positie van het kader en een opname instellen" (p.166) voor
bijzonderheden.
9
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Tekststempel]
te selecteren en druk op de vierwegbesturing (5).
Het tekststempelscherm verschijnt.
Als u geen karakters wilt invoeren, ga dan verder bij stap 11.
Onscherpte
Kader maken
Kader maken
Kader maken
Onderbreken
Onderbreken
Onderbreken
Kadertype
Kleur
Kleur
Kleur
Tekststempel
Tekststempel
Tekststempel
Positie-instelling
Positie-instelling
Positie-instelling
Stop
Stop
Stop
MENU
MENU
MENU
OK
OK
OK
OK
OK
OK
5
Opslaan
Opslaan
Opslaan
OK
OK
OK
165