Probleem
Er is niet
scherpgesteld op
het onderwerp
De flitser gaat
niet af
9
Zo nu en dan veroorzaakt statische elektriciteit camerastoring. Neem in dat
geval de batterij uit de camera en plaats hem opnieuw. Als de camera daarna
correct functioneert, is de normale toestand hersteld en kunt u de camera
weer gebruiken.
234
Oorzaak
Er kan moeilijk op het
onderwerp worden
scherpgesteld
Het onderwerp bevindt zich
niet in het AF-veld
De flitsinstelling is ingesteld
op a (Flitser uit)
De transportstand is
ingesteld op j (Continue
opname), c (Continue
opname snel) of l (Auto
Bracket);
Focusinst. is ingesteld op
s (Oneindig) of de
opnamestand is ingesteld
op d (Video),
(Onderwatervideo),
S (Vuurwerk),
(Digitale microscoop),
(Handm.
nachtopname),
(Intervalvideo) of
(Hogesnelheidsfilm).
Oplossing
Vergrendel de scherpstelling op een
voorwerp dat zich op dezelfde
afstand bevindt als het onderwerp
(door de ontspanknop tot
halverwege in te drukken), richt de
camera op het onderwerp en druk
de ontspanknop helemaal in (p.67).
U kunt ook handmatig scherpstellen
(p.99).
Zoek het gewenste onderwerp in het
scherpstelkader (AF-veld) in het
midden van het scherm. Als dit
problematisch is, vergrendel dan
eerst de scherpstelling op het
gewenste onderwerp
(scherpstelvergrendeling) en
beweeg daarna de camera om de
gewenste beeldinkadering te
bereiken.
Ingesteld op , (Auto) of b (Flitser
aan) (p.97).
In deze standen gaat de flitser
niet af.