14.
Foutmeldingen
Fout code
No.
OLED fout code
00
No Fault
03
Over current trip
.
04
Over load trip
05
Hardware Over Current Hardware overstroom
06
Over voltage
07
Under voltage
08
Over temperature trip
09
Under temperature trip Te lage temperatuur van de
10
Load default
parameters
11
External trip
12
Optibus serial comms
fault
13
Excessive DC ripple
14
Input phase loss
15
Instant over current
16
Thermistor Fault
17
I/O processor data
error
18
4-20mA signal out of
range
19
M/C processor data
error
20
User Parameter Default Terug naar
21
Motor PTC over heat
Optidrive HVAC gebruikershandleiding V2.00
Omschrijving
Geen fout
Grote overstroom aan de
uitgang van de frequentie-
regelaar
Thermische fout.
Motorstroom >100% van
P1-08 voor een langere tijd.
Overspanning
Onderspanning
Te hoge temperatuur van de
koelplaat
koelplaat
De parameters worden terug-
gezet naar fabrieksinstellingen
Externe fout via digitale
ingang
Optibus communicatie fout
Te grote gelijksspannings-
rimpel
Verlies van een van de
ingangsfasen
Directe overstroom aan de
uitgang van de regelaar
Interne thermistor fout
Fout in intern geheugen
Verlies van 4-20mA signaal
Fout in intern geheugen
gebruikersparameters
Motor PTC te warm
www.invertekdrives.com
Oplossing en eventuele oorzaak
Melding wordt weergegeven in P0-13 wanneer er geen fouten zijn.
Controleer of er een kortsluiting is tussen de fasen en/of naar aarde.
Controleer of de aandrijving mechanisch geblokkeerd is.
Controleer of de motorgegevens goed zijn ingesteld bij P1-07, P1-08, P1-09.
Verlaag de boost spanning bij P1-11
Verleng de acceleratie tijd bij P1-03
Let op dat wanneer de motor is voorzien van een mechanische rem deze
correct geschakeld wordt.
Controleer of het decimale puntje knippert. Dit geeft overbelasting weer.
Verleng de acceleratietijd of verlaag de motorbelasting
Controleer of de motorkabellengte niet langer is dan de maximaal
toegestane lengte (zie hoofdstuk 13.3
Controleer of de motorgegevens goed zijn ingesteld bij P1-07, P1-08, P1-09.
Controleer of de aandrijving mechanisch niet zwaar loopt of geblokkeerd is
Controleer of er een kortsluiting is tussen de fasen en/of naar aarde. Koppel
de motor los van de regelaar en megger de motor en bekabeling.
De waarde van de tussenkringspanning kan worden bekeken via P0-20.
De historische logging (interval 256ms) van voor de fout kan worden
bekeken via P0-36.
Deze fout wordt normaal gesproken gegenereerd door regeneratieve
energie die terugkomt van de motor. Dit gebeurdt vooral bij toepassing met
een grote inertia. Verleng de deceleratie tijd P1-04 wanneer de fout
optreedt tijdens stoppen of tijdens het afremmen.
Verlaag P3-11 wanneer de overspanning optreedt wanneer de PID-regeling
is geactiveerd.
Dit gebeurt standaard wanneer de voedingsspanning wordt uitgeschakeld
Controleer de voedingsspanning en alle aansluitingen wanneer de fout ook
voorkomt tijdens normaal bedrijf.
De temperatuur van de koelplaat kan worden bekeken via P0-21.
De historische logging (interval 30s) van voor de fout kan worden bekeken
via P0-38.
Controleer de omgevingstemperatuur.
Controleer of de ventilator van de frequentieregelaar goed is.
Controleer of er voldoende vrije ruimte rond de regelaar is (zie hoofdstuk
3.4 t/m 3.8) en dat de luchtflow voldoende en langs de regelaar is.
Reduceer de effectieve schakelfrequentie m.b.v. P2-24.
Reduceer de belasting op de motor.
De regelaar geeft een fout wanneer de temperatuur lager dan -10°C is. De
temperatuur moet weer boven de -10°C komen om te kunnen starten.
Zie hoofdstuk 5.8.
E Externe fout melding via digitale ingang. Afhankelijk van de instelling van
P1-13 moet er een N.C. contact verbonden worden aan de digitale ingang.
De foutmelding houdt normaal gesproken in dat een extern apparaat een
fout geeft d.m.v. een contact. Controleer de motortemperatuur wanneer er
een thermistor contact op de ingang is aangesloten.
Communicatie met PC of extern bedienpaneel is weggevallen. Controleer
kabels en connectors.
De rimpel op de tussenkringspanning kan worden bekeken via P0-16.
De historische logging (interval 20ms) van voor de fout kan worden bekeken
via P0-37.
Controleer of de 3 fasen van de voedingsspanning aanwezig zijn en of de
voedingsspanning symmetrisch is (max. 3% afwijking).
Reduceer de motorbelasting.
Neem contact op met de lokale Invertek leverancier wanneer de fout blijft.
Controleer of de 3 fasen van de voedingsspanning aanwezig zijn.
Kijk naar de omschrijving van fout
Neem contact op met de Invertek leverancier.
Parameters zijn niet opgeslagen. Fabrieksinstellingen zijn teruggezet.
Neem contact op met de lokale Invertek leverancier.
Het mA signaal op analoge ingang 1 of 2 (klemmen 6 of 10) is lager dan 3mA
en de analoge ingang staat ingesteld op t4-20mA. Controleer de bedrading
en de bron van de 4-20mA.
Parameters zijn niet opgeslagen. Fabrieksinstellingen zijn teruggezet.
Neem contact op met de lokale Invertek leverancier.
Zie hoofdstuk 5.9.
De PTC geeft aan dat de motor te warm is geworden. Verlaag de motor
belasting (analoge ingang 2 is geconfigureerd voor de PTC).
)
73