Onderhoud
Smeren
De maaier moet regelmatig worden gesmeerd. Zie het
onderhoudsschema op pagina 7. Smeren met
lithiumverzeept universeelvet nr. 2, of molybdeenvet.
1.
Stop de motor, neem de sleutel uit de
contactschakelaar en trek de bougiekabel(s) van
de bougie(s).
2.
Smeer de smeernippels aan de drie aslagers en de
spanpoelie-arm (fig. 18).
3.
Verwijder de plug uit de tandwielkast en
controleer het oliepeil. Als het oliepeil te laag is,
bijvullen met SAE EP-90 drijfwerkolie, totdat
het peil tot aan de horizontale (ingaande) as van
de tandwielkast staat (fig. 18).
2
Figuur 18
1. Aslager
12
1
2. Plug
4.
Smeer de smeernippels van de ophangbuizen aan
het draagframe en de zwenkwielen (fig. 19).
Figuur 19
1. Smeernippel ophangbuis
aan draagframe
Vervangen van de
maaidekdrijfriem
Als de drijfriem giert of de messen slippen tijdens het
maaien, of bij gerafelde randen van de riem, sporen
van verbranding of scheurtjes, dan is de drijfriem
versleten. Bij één van de bovenstaande problemen de
drijfriem vervangen.
1.
Stop de motor, neem de sleutel uit de
contactschakelaar en trek de bougiekabel(s) van
de bougie(s).
2.
Open de vergrendelingen van de
maaidekschermen aan de bovenkant van de
maaier en verwijder de maaidekschermen .
1
2
2. Smeernippel zwenkwiel