Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 3. Eerste configuratie en programmering
De volgende twee schermen verschijnen alleen als u de hierboven vermelde optie
Opmerking:
geselecteerd.
66
Om de frequentiefunctie te controleren, selecteert u in het scherm Frequency
(frequentie) Test Frequency (frequentie testen) en drukt u op . Een scherm
zoals hieronder zal verschijnen.
Om een testfrequentie in te stellen, drukt u op en voert u de gewenste
Hz-waarde in. De meter stelt de digitale uitvoer op de waarde in. Controleer
dan of uw meetsysteem dezelfde frequentie ontvangt als de frequentie die u
hebt ingevoerd. U kunt deze procedure herhalen met verschillende andere
testfrequenties.
Voor het specificeren van de instelling voor foutverwerking in het menu
Frequency (frequentie) selecteert u Err Handling (foutverwerking) en drukt
u op . Het volgende scherm verschijnt.
Een 'Fout'-conditie is conditie die een foutcode op het displayscherm
produceert. Zie hoofdstuk 4 voor meer informatie over fouten.
Om de respons van de digitale uitvoer op een foutconditie in te stellen,
selecteert u: Low (laag) om een uitvoer van 0 Hz te forceren, High (hoog) om
een uitvoer gelijk aan de volledige frequentie te forceren of Hold (vasthouden)
om de laatste goede aflezing te behouden. Door het selecteren van Other
(overige) kan de operator een aangepaste frequentiewaarde selecteren als
vertegenwoordiging van een storingsconditie. Als u uw selectie hebt gemaakt,
drukt u op .
Voer de Hz-waarde in die u wilt laten verschijnen als reactie op een
foutconditie. Als de volledige frequentie bijvoorbeeld = 1 kHz, kunt u de
foutwaarde instellen op 2 kHz. Druk op . Een scherm als het volgende
verschijnt dan.
(overige) hebt
Other
PanaFlow HT Gebruikershandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
