110/113/114/115/117
Gebruiksaanwijzing
Productkenmerken
In de handleiding staan de functies van de verschillende modellen beschreven. Omdat modellen verschillende
functies hebben, zal niet alle informatie in de handleiding van toepassing zijn op uw meter. Gebruik tabel
eigenschappen van uw meter te bepalen.
Kenmerken
Tabel
1
bevat een lijst met functies van elke meter.
Stand
draaiknop
OFF
De meter is uitgeschakeld.
Selecteert automatisch AC- of DC-spanning op basis van de
waargenomen ingangsspanning met een lage
ingangsimpedantie.
AC-spanning van 0,06 V tot 600 V.
Frequentie van 5 Hz tot 100 kHz.
Gelijkspanning van 0,001 V tot 600 V.
AC-spanning van 6,0 tot 600 mV, DC-gekoppeld.
DC-spanning van 0,1 mV tot 600 mV.
Ω
Ohm van 0,1 Ω tot 40 MΩ.
Pieptoon wordt bij <20 Ω ingeschakeld en bij >250 Ω
uitgeschakeld.
LoZ-meetfunctie voor lage impedanties voor het tegelijkertijd
CHEK
uitvoeren van spanningsmetingen en doorgangstests.
Diodetest. Geeft OL (overspanning) boven 2,0 V weer.
Farad van 1 nF tot 9999 μF.
AC-stroom van 0,1 A tot 10 A (>10 tot 20 A, 30 seconden aan,
10 minuten uit). >10,00 A: display knippert. >20 A, OL
verschijnt. DC-gekoppeld.
Frequentie van 45 Hz tot 5 kHz.
DC-stroom van 0,001 A tot 10 A (>10 tot 20 A, 30 seconden
aan, 10 minuten uit). >10,00 A: display knippert. >20 A, OL
verschijnt.
Contactloze detectie van AC-spanning.
Opmerking:Alle AC-functies en Auto-V LoZ zijn True-RMS. AC-spanning is AC-gekoppeld. Auto-V LoZ, AC
mV en AC-stroom zijn DC-gekoppeld.
2
Tabel 1. Kenmerken
Meetfunctie
110
113
114
115
1
om de
117