De witbalans selecteren
Witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte gebieden er wit uitzien. Bij de instelling
<Q> (Auto) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans worden ingesteld.
Als u met de instelling <Q> geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u de
witbalans handmatig aanpassen aan de lichtomstandigheden van dat moment.
Pictogram
Auto
Q
Daglicht
W
Schaduw
E
Bewolkt, schemer, zonsondergang
R
Kunstlicht
J
Wit TL licht
U
Flitser
I
Custom (pag. 64)
O
Kleurtemp. (pag. 69)
P
De witbalans
Het menselijk oog ziet elk wit object altijd als wit, ongeacht het soort licht. Bij een
digitale camera wordt de kleurtemperatuur softwarematig aangepast om de witte
gebieden er ook daadwerkelijk wit te laten uitzien. Deze aanpassing is de basis
voor de kleurcorrectie. Het resultaat is een foto met natuurlijk ogende kleuren.
U kunt ook het menu [1 Witbalans] gebruiken om de witbalans in te stellen.
Om de persoonlijke witbalans in te stellen gaat u naar het menu [1 Witbalans] en selecteert
u [PC *]. Gebruik de meegeleverde software om de persoonlijke witbalans op de camera op te
slaan. Als er geen persoonlijke witbalans is opgeslagen, wordt het menu niet weergegeven.
Druk op de knop <B>.
1
Druk één of twee keer op de knop
<B> om de witbalans
rechtsboven in het LCD-paneel aan
de achterzijde weer te geven.
Selecteer de witbalans.
2
Draai aan het instelwiel <5> om de
witbalans te selecteren.
Modus
WB z Kaart/beeldgrootte
Kleurtemperatuur (ongeveer, in K: Kelvin)
3000 - 7000
5200
7000
6000
3200
4000
6000
2000 - 10.000
2500 - 10.000
9
(
)
63