Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld
Soms kan niet auotmatisch worden scherpgesteld (het
focusbevestigingslampje <o> knippert). Dit kan voorkomen bij
ondermeer de volgende onderwerpen:
Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld
Onderwerpen met weinig contrast
Bijvoorbeeld: strakblauwe luchten, muren met een effen kleur, enz.
Onderwerpen in slecht licht
Reflecterende onderwerpen en onderwerpen met heel veel
tegenlicht
Bijvoorbeeld: auto's met een reflecterende carrosserie, enz.
Nabije en verre objecten die elkaar overlappen
Bijvoorbeeld: een dier in een kooi, enz.
Zich herhalende patronen
Bijvoorbeeld: vensters in een wolkenkrabber, toetsenborden, enz.
In zulke gevallen gaat u als volgt te werk:
(1) Stel in de modus One-Shot AF scherp op een object dat op
dezelfde afstand staat als het onderwerp en vergrendel de
scherpstelling vóórdat u de compositie opnieuw bepaalt. (pag. 83)
(2) Stel de focusinstellingsknop op de lens in op <g> en stel
handmatig scherp.
Handmatig scherpstellen
Als u bij handmatige scherpstelling de ontspanknop half indrukt, lichten het
actieve AF-punt en het focusbevestigingslampje <o> in de zoeker op
wanneer scherpstelling is bereikt.
86
Stel de focusinstellingsknop in
1
op <MF>.
Stel scherp op het onderwerp.
2
Stel scherp door de focusring op de
lens te draaien totdat u het onderwerp
scherp in de zoeker ziet.