Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Performance Selecteren - Yamaha CP5 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De CP5 of CP50 kan performances opslaan in drie grote geheugengedeelten, namelijk het vooraf ingestelde
performancegeheugen, het gebruikersperformancegeheugen en een extern performancegeheugen. De specifieke
rollen van elk van deze geheugengedeelten worden hieronder beschreven.
 Vooraf ingesteld performancegeheugen
Het vooraf ingestelde performancegeheugen kan worden geopend met de knop [PRE]. In dit geheugen zijn de performances
opgeslagen waarmee de CP5 of CP50 standaard is uitgerust. Dit geheugengedeelte bevat drie individuele geheugenbanken:
PRE1, PRE2 en PRE3. Daarnaast bevat iedere geheugenbank vier geheugengroepen (A, B, C en D), en elk van deze groepen
kan tien performances bevatten.
 Gebruikersperformancegeheugen
Het gebruikersperformancegeheugen kan worden geopend met de knop [USER]. In dit geheugen worden door u gemaakte
performances opgeslagen. Dit geheugengedeelte bevat drie individuele geheugenbanken: USR1, USR2 en USR3. Daarnaast
bevat iedere geheugenbank vier geheugengroepen (A, B, C en D), en elk van deze groepen kan tien performances bevatten.
 Extern performancegeheugen
Het extern performancegeheugen wordt geopend met de knop [EXT]. Performances worden ingelezen in de CP5 of CP50 vanaf
een USB-flashgeheugenapparaat. Net als bij het gebruikersperformancegeheugen, kunnen in elk extern performancegeheugen
door u gemaakte performances worden opgeslagen. Dit geheugengedeelte bevat drie individuele geheugenbanken: EXT1,
EXT2 en EXT3. Daarnaast bevat iedere geheugenbank vier geheugengroepen (A, B, C en D), en elk van deze groepen kan tien
performances bevatten. Om een extern performancegeheugen op een USB-flashgeheugenapparaat te gebruiken, moet het
apparaat zijn aangesloten op de CP5 of CP5, en de stagepiano moet het geheugen in zijn DRAM hebben geladen.
OPMERKING
Zie voor meer informatie over performances het PDF-document met de Naslaggids.

Een performance selecteren

Om een performance af te spelen met de CP5 of CP50 selecteert u er een op het performance-scherm en bespeelt u het
toetsenbord. Bij wijze van demonstratie doorlopen we nu stap voor stap de procedure om een performance te selecteren
uit het vooraf ingestelde performancegeheugen.
1
In het scherm Performance gebruikt u de knop [L PAGE] om ervoor te zorgen dat pagina 1 (zoals hieronder
getoond) wordt weergegeven. (Dit scherm bestaat uit twee verschillende pagina's.)
OPMERKING
Pagina 1 van het scherm Performance geeft aan welke performance is geselecteerd, en welke parameters zijn toegekend aan
knoppen 1 tot en met 3. Pagina 2 geeft aan welke achtergrondtrack is toegekend aan de geselecteerde performance.
Scherm Performance (pagina 1)
OPMERKING
Deze illustratie van het scherm Performance is uitsluitend voor demonstratiedoeleinden en kan verschillen van de werkelijke weergave op de
CP5 of CP50.
Nummerknoppen
Nummer
Bank
Groep
Performancenaam
PRE1:A01[CF Grand
L1-Rel
L1-DmpR Time
Parameters toegewezen aan knoppen 1 t/m 3
Performances gebruiken
Bankknoppen
Groepknoppen
]
Gebruikershandleiding CP5/CP50
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cp50

Inhoudsopgave