8
Met knop 1 t/m 3 kunt u naar wens het niveau van volume, pan en reverb instellen voor de TRACK-partij.
OPMERKING
Het volume van de TRACK-partij kan ook direct worden gewijzigd met de [TRACK]-knop.
LET OP
Wavefiles die met andere instrumenten dat de CP5 of CP50 gemaakt zijn, kunnen erg luid zijn. Als u een dergelijke file selecteert als
achtergrondtrack en het volume van tevoren niet lager zet, wordt deze mogelijk op een zeer hoog volume afgespeeld. Daarom is het
belangrijk dat u het volume van de TRACK-partij altijd volledig op 0 zet voordat u een nieuw geselecteerde wavefile gaat afspelen.
Vervolgens kunt u na het starten van het afspelen (zie stap 11 hieronder) het volume van de TRACK-partij geleidelijk opvoeren naar
een geschikt niveau.
9
Druk op de [EXIT]-knop om terug te keren naar het scherm Performance.
10
Zorg dat het lampje voor de TRACK-partij brandt (dit geeft aan dat de partij is ingeschakeld). Druk indien nodig op
de knop [TRACK] om de partij aan te zetten.
11
Druk op de knop [
] (Play / Pause) terwijl u speelt. De geselecteerde achtergrondtrack zal nu mee worden gespeeld.
R/K
U kunt het afspelen van de achtergrondtrack altijd stoppen door op de knop [J] (Stop) te drukken.
Tip
Synchro start gebruiken om afspelen te starten
De CP5 of CP50 heeft een Synchro start-functie die kan worden gebruikt om afspelen van de achtergrondtrack te starten als het
toetsenbord wordt bespeeld. Hieronder wordt beschreven hoe deze functie gebruikt wordt.
1
Druk op de knop [SONG SETTING] en daarna op de knop [3].
Pagina 3 van het scherm Song Setting wordt weergegeven.
2
Stel de StartKey-parameter in naar wens met knop 1.
Als u deze parameter op 'all' instelt, kan het afspelen met iedere toets beginnen.
3
Als het lampje links boven de knop [ R/K ] (Play / Pause) uit is, drukt u op deze knop terwijl u de knop [ J ] (Stop) ingedrukt
houdt.
De standby voor het afspelen van de achtergrondtrack wordt geactiveerd, en het lampje begint te knipperen.
4
Druk op de toets die u instelt voor de parameter StartKey in stap 2 hierboven.
De huidig geselecteerde achtergrondtrack wordt afgespeeld. U kunt het afspelen van de achtergrondtrack altijd stoppen
door op de knop [ J ] (Stop) te drukken.
OPMERKING
De standby voor het afspelen van de achtergrondtrack kan automatisch worden geactiveerd wanneer u een nieuwe performance
selecteert, met de parameter AutoKeyOn op pagina 3 van het scherm Song Setting. (Zie het PDF-document Naslaggids voor
meer informatie.)
Volume
Pan RevSendE
100
L63
Knop 1
Knop 2
Spelen met een achtergrondtrack
127
Knop 3
Gebruikershandleiding CP5/CP50
39