Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Een wavefile opnemen

1
Zorg dat het USB-flashgeheugenapparaat waar u de opname op wilt opslaan is aangesloten op de [USB TO DEVICE]-poort
van de stagepiano.
2
Druk op de knop [REC].
Het scherm Record wordt weergegeven.
3
Druk op de knop [L PAGE] of [1] om pagina 1 weer te geven. Selecteer vervolgens 'Wave' (d.w.z. een wavefile) met knop 1.
Er wordt automatisch een naam aan de wavefile toegekend.
4
Indien nodig kunt u met knop 3 een andere naam kiezen. Als het instellen van de naam is afgerond, drukt u op de
[ENTER]-knop om terug te keren naar pagina 1 van het scherm Performance.
Zie voor meer informatie over het instellen van namen de paragraaf Basisbediening hierboven (pagina 20).
OPMERKING
Als er wavefiles worden opgenomen met de CP5 of CP50, worden de symbolen } en { automatisch aan de filenaam toegevoegd
op positie 7 en 8. Het is niet mogelijk om deze symbolen voor de opname te wijzigen. Namen kunnen worden gewijzigd na
de opname, maar deze twee symbolen moeten niet worden verwijderd. In vergelijking met het volume van performances op
het toetsenbord is het afspeelvolume van wavefiles, die met de stagepiano zijn opgenomen, zeer laag. Daarom wordt het
afspeelvolume automatisch verhoogd voor wavefiles door de symbolen } en { op de aangegeven posities. Zo blijft een goede
balans bewaard tussen toetsenbord en afspeelvolume.
5
Druk op de knop [PAGE R], [3] of [4] om naar pagina 3 en 4 van het scherm Record te gaan, en stel vervolgens het
tempo, de maatsoort en metronoom in voor de opname met knoppen 1 t/m 3.
OPMERKING
Zie voor meer informatie over de parameters op deze pagina's het PDF-document met de Naslaggids.
6
Druk op de knop [
R/K
] (Play / Pause).
De opname begint. De huidig geselecteerde achtergrondtrack wordt afgespeeld, en tegelijk met uw spel op het
toetsenbord opgenomen.
LET OP
Tijdens de opname mag het USB-flashgeheugenapparaat nooit worden verwijderd. Dit kan permanente schade veroorzaken.
OPMERKING
Als er een wavefile is ingesteld als de achtergrondtrack van de performance, wordt deze tijdens de opname niet afgespeeld.
OPMERKING
Als u de achtergrondtrack niet wilt afspelen tijdens de opname, schakelt u de TRACK-partij uit met de knop [TRACK].
(Het corresponderende lampje gaat uit als de partij is uitgeschakeld.)
Rec
Wave:[Wave0001] [PUSH]
Tempo
B at
e
120
4/4
Knop 1
Knop 2
Name
Click
on
Knop 3
Gebruikershandleiding CP5/CP50
Uw spel opnemen
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cp50

Inhoudsopgave