4
Tijdens het spelen kunt u de totale toon aanpassen met de [MASTER EQUALIZER] knoppen aan de rechterkant van
het bedieningspaneel. De CP5 heeft vijf knoppen om de versterking (gain) bij individuele frequenties aan te passen,
namelijk de knoppen [LOW], [LOW MID], [MID], [HIGH MID] en [HIGH]. De CP50 heeft drie van dergelijke knoppen:
[LOW], [MID] en [HIGH].
Performanceblokken in- en uitschakelen
De linker- en rechterpartijen van iedere performance reageren op het bespelen van het toetsenbord of op MIDI-data, en
gebruiken de ingebouwde toongenerator om de juiste geluiden te produceren. Elk van deze partijen bevat de blokken
Voice, Pre-Amplifier, Modulation Effect en bij de CP5 een blok Power Amplifier/Compressor. (Zie het PDF-document
Naslaggids voor meer informatie.) Naast de blokken Pre-Amplifier, Modulation Effect en Power Amplifier/Compressor van
de huidig geselecteerde partij, verwerkt het blok Reverb geluid van alle partijen. Het blok Master Compressor is gelijk
voor alle performances en kan eenvoudig worden in- en uitgeschakeld tijdens het spelen. Om dit te doen drukt u naar
wens op de knop [PRE-AMP], [MOD-FX], [PWR-AMP] (alleen CP5), [REVERB] of [MASTER COMPRESSION]. Het lampje
links boven deze knoppen zal gaan branden of uitgaan als de corresponderende blokken voor de huidige partij worden
in- of uitgeschakeld. In dit opzicht werkt de knop [PRE-AMP] op een andere manier: Als een voice van de categorie
PIANO of E.PIANO voor de betrokken partij is geselecteerd, zal deze knop invloed hebben op het blok Pre-Amplifier.
Dit wordt aangegeven in de tabel hieronder. Het blok Pre-Amplifier blijft echter uit als er een voice van een andere
categorie is geselecteerd.
Aan huidige geselecteerde partij toegewezen voice
71Rd I, 73Rd I, 75Rd I, 78Rd II, 69Wr of 77Wr
Andere stemmen uit de categorie PIANO en E.PIANO
Als u wilt horen hoe de verschillende blokken het geluid bepalen, schakelt u ze in en uit terwijl u op de CP5 of CP50
speelt, zoals hierboven beschreven.
Effect van de knop [PRE-AMPLIFIER]
Het vibrato-effect wordt in- en uitgeschakeld. De andere functies blijven
ingeschakeld.
Alle pre-amplifierfuncties blijven ingeschakeld.
Performances gebruiken
Gebruikershandleiding CP5/CP50
31