Plaatsen van aangepast papier
0UUY-023 0UW1-023 0YRY-02C 0X7F-02A 0X7H-02A 1100-02C 0X6E-02A 0X6W-02A 10XJ-02C 0X7C-02A 0X7A-02A 1106-02C 0WXY-02A 0X7E-02A 10YY-02C 10H3-02C 0WR6-02A 0WR7-02A 108A-02C 1116-02C 10H4-02C 0WR5-02A 0WR8-02A 0YWJ-029 0YWH-02A 0YWR-029 0YWK-02A 0YWE-02A 0YWF-02A 0YAS-02E
Geef het papierformaat op dat in de papierlade is geplaatst.
1
Selecteer <Gebruikersformaat>.
2
Geef de lengte van de zijde <X> en <Y> op.
●
Selecteer <X> of <Y> om met de numerieke toetsen of
●
Door veelgebruikte papierformaten te registreren onder de toetsen <S1> tot <S5> kunnen deze
worden opgeroepen door <Geregistreerde formaten>te selecteren.
papier (Papier van aangepast formaat)(P. 57)
3
Selecteer <Toepassen>.
5
Selecteer het type papier.
Over <Vrij>
●
Als u vaak het te laden papier moet veranderen, stel dan in op <Vrij>; dit vermindert het aantal stappen
dat nodig is om de instelling telkens te veranderen. Houd er echter rekening mee dat het apparaat met
deze instelling kan afdrukken, zelfs als de papiersoort die in het printerstuurprogramma is ingesteld en de
papiersoort die daadwerkelijk in het apparaat is geladen, niet met elkaar overeenkomen.
●
Wanneer het type papier in het printerstuurprogramma is ingesteld op [Auto], werkt het apparaat op
dezelfde manier als wanneer de papiersoort is ingesteld op [Normaal 1].
●
Om de gedetailleerde instellingen voor een papiersoort te controleren, selecteert u <Details>
de papiersoort die u wilt controleren.
KOPPELINGEN
Technische gegevens hardware(P. 91)
Over de machine
/
52
de lengte van elke zijde te specificeren.
Opslaan van vrij formaat
, selecteer