5.2.10
Fluorometer-ingang
Instellingen
Raak het Instellingen-pictogram aan of wijzig de instellingen die verbonden zijn aan de sensor.
Alarmen
Dode Band
Reset Kalibratie Waar-
den
Kal Nodig Alarm
Alarm & datalog
onderdrukking
Effeningsfactror
Max Sensor Bereik
Fluo/Product Ratio
Naam
Type
5.2.11
Analoge debietmeteringang
Instellingen
Raak het Bewerk-pictogram aan om de instellingen voor de sensor te bekijken of te wijzigen.
Alarmen
Dode Band
Totalisator Alrm
Reset Totaal Debiet
Debiet totaal instellen
Geplande Reset
Reset Kalibratie Waarden Open dit menu om de sensorkalibratie terug te zetten naar de standaardwaarden.
De alarmmeldingsgrenzen Laag-Laag, Laag, Hoog en Hoog-Hoog kunnen worden
ingesteld.
Dit is de dode band van het alarm. Wanneer het Hoog-alarm bijvoorbeeld 7,00 is en
de dode band is 0,1, dan zal het alarm ingeschakeld worden bij 7,01 en uitgeschakeld
bij 6.90.
Open dit menu om de sensorkalibratie terug te zetten naar de standaardwaarden.
Voor de weergave van een alarmbericht als herinnering om de sensor te kalibreren vol-
gens een regelmatig schema. Voer hiervoor het aantal dagen tussen de kalibraties in. Stel
deze op 0 in wanneer er geen herinneringen nodig zijn.
Wanneer een van de relais of digitale ingangen geselecteerd wordt, worden eventu-
ele alarmmeldingen die betrekking hebben op deze ingang onderdrukt wanneer het
geselecteerde relais of de digitale ingang actief is. Tegelijkertijd tonen alle datalogs
en grafieken die de ingang bevatten, geen gegevens voor de duur van de activering.
Verhoog het percentage van de vereffeningsfactor om de reactie op veranderingen te
dempen. Met een vereffeningsfactor van 10% bijvoorbeeld zal de volgende uitlezing
bestaan uit een gemiddelde van 10% van de vorige waarde en 90% van de huidige
waarde.
Voer de waarde van de ppb van fluo in waarbij de sensor 20 mA verzendt.
Voer de waarde in voor de verhouding van ppb van fluo ten opzichte van de ppm van
de inhibitor die zich in het ingevoerde inhibitorproduct bevindt.
De naam die gebruikt wordt voor de zender kan gewijzigd worden.
Selecteer het type sensor dat moet worden aangesloten. De keuze Analoge ingang is
alleen beschikbaar wanneer dat type sensorkaart is geïnstalleerd.
De alarmmeldingsgrenzen Laag-Laag, Laag, Hoog en Hoog-Hoog kunnen worden
ingesteld.
Dit is de dode band van het alarm. Wanneer het Hoog-alarm bijvoorbeeld 7,00 is en
de dode band is 0,1, dan zal het alarm ingeschakeld worden bij 7,01 en uitgescha-
keld bij 6.90.
Voer de hoge limiet in voor het totale geaccumuleerde watervolume waarboven een
alarm wordt geactiveerd.
Open dit menu om de geaccumuleerde debiettotaal naar 0 te resetten. Raak Bevesti-
gen aan om te accepteren, of Annuleren om de oorspronkelijke waarde te behouden
en terug te keren.
Dit menu wordt gebruikt om het totale volume in te stellen dat in de controller
wordt opgeslagen, zodat het overeenkomt met het register in de debietmeter. Voer
de gewenste waarde in.
Kies deze optie voor het automatisch resetten van het debiettotaal en stel tevens de
interval in: dagelijks, maandelijks of jaarlijks.
60