Instelpunt 2
Dode Band
Arbeidscyclusperiode Met behulp van een arbeidscyclus kan overshoot van het instelpunt worden voorkomen
Arbeidscyclus
AAN Vertragingstijd
UIT Vertragingstijd
Ingang
Richting
5.3.12
Relais, regelmodus "Timer"
ALLEEN BESCHIKBAAR WANNEER HVAC-MODI UITGESCHAKELD ZIJN IN HET CONFIGURATIEME-
NU - ALGEMENE INSTELLINGEN
Basiswerking timerfunctie
Wanneer een timergebeurtenis activeert, zal het algoritme het relais bekrachtigen voor de geprogrammeerde
tijdsduur.
Afhandeling van speciale voorwaarden
Overlappende timergebeurtenissen
Wanneer een tweede timergebeurtenis plaatsvindt terwijl de eerste nog actief is, zal de tweede gebeurtenis wor-
den genegeerd. Er wordt een alarmmelding voor een overgeslagen gebeurtenis geactiveerd.
Vergrendelingsvoorwaarden
Vergrendelingen hebben een hogere prioriteit dan de relaisregeling, maar veranderen niet de werking van de
timer.
Een digitale ingangs- of uitgangsvergrendelingsvoorwaarde vertraagt niet de relaisbekrachtiging. De duurtimer
van de relaisbekrachtiging loopt ook door wanneer het relais vanwege een vergrendelingsvoorwaarde is uitge-
schakeld. Daarmee wordt vertraging van gebeurtenissen voorkomen die mogelijk problemen kunnen veroorzaken
wanneer ze niet op het juiste tijdstip plaatsvinden.
"Activeer met"-voorwaarden
"Activeer Met Kanalen"-instellingen hebben een hogere prioriteit dan de relaisregeling, maar veranderen niet de
werking van de timer. De duurtimer van de relaisbekrachtiging loopt ook door wanneer het timerrelais geforceerd
bekrachtigd wordt en eindigt op de verwachte tijd (starttijd gebeurtenis plus tijdsduur). Wanneer de "Activeer
met"-voorwaarde doorloopt na het einde van de gebeurtenistijd, blijft het relais bekrachtigd.
Alarmen
Een Event overgeslagen-alarm wordt geactiveerd wanneer een tweede timergebeurtenis plaatsvindt terwijl een
andere gebeurtenis nog wordt uitgevoerd.
Een Event overgeslagen-alarm wordt ook geactiveerd wanneer het timerrelais nooit wordt bekrachtigd tijdens
een gebeurtenis vanwege een vergrendelingsvoorwaarde.
Het alarm wordt gewist wanneer het relais vervolgens om welke reden dan ook wordt bekrachtigd (de volgende
timergebeurtenis of HAND-modus of geforceerde "Activeer met"-voorwaarde).
Voer de proceswaarde voor de tweede sensor in waarbij het relais wordt bekrachtigd.
Voer de proceswaarde van de sensor afwijkend van het instelpunt in waarbij het relais
moet deactiveren.
in toepassingen waar de reactie van de sensor op chemische toevoegingen langzaam is.
Geef de tijdsduur voor de cyclus aan en het percentage van de cyclustijd dat het relais
bekrachtigd blijft. Het relais is gedurende de rest van de cyclus uit, ook als het instel-
punt niet is bereikt.
Voer de lengte van de arbeidscyclus in minuten:seconden in dit menu in. Stel de tijd in
op 00:00 wanneer het gebruik van een arbeidscyclus niet nodig is.
Voer het percentage van de arbeidscyclus in dat het relais bekrachtigd is. Stel het per-
centage in op 100 wanneer het gebruik van een arbeidscyclus niet nodig is.
Voer de vertragingstijd in voor de relaisactivering in uren:minuten:seconden. Stel de
tijd in op 00:00:00 om het relais onmiddellijk te activeren.
Voer de vertragingstijd in voor de relaisdeactivering in uren:minuten:seconden. Stel de
tijd in op 00:00:00 om het relais onmiddellijk te deactiveren.
Selecteer de sensor die door dit relais moet worden gebruikt.
Selecteer de regelrichting in. "In Regelbereik" – bekrachtigt het relais als de waarde
van de ingang tussen de twee instelpunten ligt. "Uit Regelbereik" – bekrachtigt het
relais als de waarde van de ingang buiten de twee instelpunten ligt.
77