9 Meting
9.2 Meetinstellingen
Opties\...\Dynamische demping\Tijdelijke demping
• Toets het dempingsgetal voor de tijdelijke demping in.
• Druk op ENTER.
Opmerking!
Indien een andere meetgrootheid wordt gekozen, moet de dynamische demping opnieuw worden ingevoerd.
Als gesynchroniseerd kanaalgemiddelde is geactiveerd in het menupunt Speciale functies\Meting\
Meetmodes\Synch. kanaal gemidd., verschijnt dit scherm niet voor het kanaal AB. De dynamische demping is
gedeactiveerd.
9.2.5
Invoer van de foutwaardevertraging
Opties\...\Foutvertraging
De foutwaardevertraging is de tijdinterval, na afloop waarvan de voor de foutenoutput ingetoetste waarde aan de uitgang
wordt overgedragen.
Deze weergave verschijnt alleen als het lijst-item Bewerken in het menupunt Speciale functies\Dialogen/
menu's\Foutvertraging gekozen is.
Als de foutwaardevertraging niet ingetoetst wordt, wordt het dempingsgetal gebruikt.
• Voer een waarde in voor de foutwaardevertraging.
• Druk op ENTER.
9.2.6
Een uitgang configureren
Indien de stroomuitgang moet worden gebruikt in overeenstemming met NAMUR NE43, moet deze functie worden
vrijgegeven.
Speciale functies\Stroomuitgang\NAMUR NE43
• Kies in het menupunt Speciale functies het lijst-item Stroomuitgang.
• Druk op ENTER totdat het menupunt NAMUR NE43 wordt weergegeven.
• Selecteer Ja om NAMUR NE43 vrij te geven.
• Druk op ENTER.
Kanaal x
Uitgangen
Uitgang kiezen
Uitgang vrijgeven
Brongrootte
zie bijvoegsel A
122
Opties
Als de transmitter is uitgerust met uitgangen, dan moeten
deze worden geconfigureerd. Via de afzonderlijke
uitgangen kan de meetwaarde, de statuswaarde of een
eventwaarde worden uitgevoerd.
In het onderstaande beschrijven wij het configureren van
een analoge uitgang.
• Kies de programmavertakking Opties.
• Druk op ENTER.
FLUXUS G831
2022-11-01, UMFLUXUS_G831V1-3NL