Inhoudsopgave
Advertenties
3 Grondbeginselen
3.4 Ongestoord stromingsprofiel
Horizontale buis
Kies een meetpunt waar de sensoren aan de zijkant van de buis kunnen worden bevestigd zodat de geluidsgolven zich
horizontaal in de buis verspreiden. Op die manier kunnen vaste deeltjes of vloeistof op de bodem van de buis het
verspreiden van het signaal niet beïnvloeden.
Afb. 3.8:
Aanbevolen aanbrenging van de
sensoren (zijkant van de buis)
3.4
Ongestoord stromingsprofiel
Veel doorstromingselementen (b.v. bochtstukken, ventielen, pompen, reducties) veroorzaken een lokale vervorming van
het stromingsprofiel. Het voor een correcte meting vereiste axiaalsymetrische stromingsprofiel in de buis bestaat dan niet
meer. Door zorgvuldige keuze van het meetpunt is het mogelijk, de invloed van storingsbronnen te beperken.
Het is buitengewoon belangrijk dat u een meetpunt kiest dat op voldoende afstand van storingsbronnen ligt. Alleen dan
kunt u verwachten dat het stromingsprofiel zich volledig gevormd heeft. Bij gebruik van de storingsbroncorrectie (zie
paragraaf 13.2.4) maakt echter een meting mogelijk, zelfs bij kleinere afstanden van min. 2 d.
De voorbeelden in de volgende tabel tonen de aanbevolen rechte in- of uitlooptrajecten voor de verschillende types
storingsbronnen van storingsbronnen van doorstromingen.
Tab. 3.2:
Aanbevolen afstanden t.o.v. storingsbronnen;
D – nominale diameter op het meetpunt,
l – aanbevolen afstand tussen de storingsbron en de sensorpositie
storingsbron: 90°-bochtstuk
inloop: l ≥ 10 d
(l ≥ 2 d met storingscorrectie)
l
storingsbron: dubbele bochtstuk (1 niveau)
inloop: l ≥ 10 d
(l ≥ 2 d met storingscorrectie)
l
18
Afb. 3.9:
Ongunstige aanbrenging van de
sensoren (aan de bovenkant van de
buis)
uitloop: l ≥ 2 d
l
uitloop: l ≥ 3 d
l
FLUXUS G831
2022-11-01, UMFLUXUS_G831V1-3NL
Advertenties
Inhoudsopgave
