9 Meting
9.6 De parameters tonen
Opmerking!
Als het respecteren van de gespecificeerde sensortemperatuur gecontroleerd moet worden, dan kan zij op een event
trigger worden gezet.
9.6
De parameters tonen
De parameters kunnen tijdens het meten in beeld worden gebracht.
• Druk tijdens het meten op de knop BRK
Het volgende scherm verschijnt:
Afb. 9.10: Keuzelijst in de programmavertakking Meting
1 – statusweergave
De meting loopt op de achtergrond door. In de statusweergave verschijnt het symbool
Meting\Param. tonen
• Kies op de keuzelijst Param. tonen.
• Druk op ENTER.
De programmavertakking Meting verschijnt in beeld.
• Kies een programmavertakking om de parameters in beeld te brengen.
Opmerking!
De parameters kunnen tijdens het meten niet worden veranderd. Als geprobeerd wordt om de parameters te
veranderen, verschijnt de melding Leesmode.
Als de parameters moeten worden veranderd, moet u stoppen met meten.
Informatie over de datalogger
Tijdens het meten kan er informatie over de datalogger worden getoond.
• Druk op de toets
totdat de volgende weergave verschijnt.
Afb. 9.11: Informatie over de datalogger
Als de ringbuffer gedeactiveerd is, wordt in regel 4 wordt aangegeven wanneer de datalogger vol is als alle instellingen
behouden blijven.
Als de ringbuffer geactiveerd is, wordt in de regel 4 aangegeven hoe lang nog de meetgegevens kunnen worden
opgeslagen zonder oude meetgegevens te overschrijven.
138
.
1
FLUXUS G831
.
2022-11-01, UMFLUXUS_G831V1-3NL