2.2 Onderdelen van het onderstel
Onderdelen
1 Hoofschakelaar
2 Pedal
Onderhoudsunit
6 Luchtfilter en
7 waterafscheider
4 Drukregelaar
9 Oliesprayapparaat
12
Funktie
–
In- en uitschakelen van de naaiaandrijving.
Het bovendeel van de naaimachine is bedrijfsklaar.
BELANGRIJK!!
Voor het insteken en vervangen van naaigereedschap
(zoals naald, naaivoet, steekplaat, stofschuiver enz.),
voor het schoonmaken, bij het verlaten van de
arbeidsplaats alsmende bij onderhoudswerkzaamheden
moet de hoofdschakenlaar beslist worden uitgeschakeld.
Zie ook onder Algemene veiligheidsaanwijzingen
–
A nulstand - geen funktie
B naaivoet opheffen bij stilstand van de machine
C naaien met het maximum aantal steken door
intrappen
D naadvergrendling* - draad afsnijden - opheffen
van de naaivoet*
* niet bij subklasse -....41
–
Voordat de waterstand het luchtfilter 6 bereikt,
schroef 8 inschroeven en het water onder druk
afvoeren.
–
Voor het instellen van de luchtdruk (6 bar) de
handgreep 4 naar boven trekken en afstellen.
naar rechts draaien = verhogen van de druk
naar links draaien = verlagen van de druk
–
Dit apparaat voorziet de magneetventielen en
cilinders van smeerolie.
Met de regelschroef 11 1 druppel olie voor 15
arbeidscyclussen instellen.
Voor het bijvullen van het oliesprayapparaat moet de
perslucht worden afgesloten. Daartoe handgreep 4
omhoog trekken en naar links draaien.
Schroef 10 er uit draaien en olie Esso SP-NK10
bijvullen tot aan de gegroefde markering van de
olietank.