8. Machine bedrijfsklaar maken en naaitest doen
–
Maschine schoonmaken na de verzending.
–
De garenstandaard volgens onderstaande tekening
bevestigen.
–
De draadopeningen sluiten d.m.v. de meegeleverde
plugs, zoals in de afbeelding.
–
Naald- en klosdraad mogen elk maar door één
opening worden gestoken.
–
De olietank voor de smering van de opnemer en de
centrale smering d.m.v. een oliekousje moet tot aan
de markering "Max." met olie worden gevuld. Zie 4
van de gebruiksaanwijzing.
–
Als smeerolie moet worden gebruikt
ESSO SP-NK 10 - of olie van een volkomen
gelijkwaardige kwaliteit.
–
De netstekker in het stopkontakt steken. Door de
motorbeveiligingsschakelaar korte tijd in te
schakelen ( bij draaistroom naaiaandrijvingen ) de
looprichting aan het ventilatiewiel van de motor
vaststellen.
–
Voor de looprichting van de machine zie de pijl aan
de snaarbeveiliging.
–
Bij een verkeerde looprichting moeten 2 fazen in de
netstekker worden verwisseld.
–
De machine een paar minuten op een laag toerental
laten lopen, voordat er wordt genaaid op het
toegestane max. toerental.
–
De transporthoeveelheid van de oliesprayinrichting (
1 druppel per 15 werkcyclussen) kontroleren en,
indien nodig, korrigeren. Zie 4 van de
gebruiks-aanwijzing.
13