6 Inbedrijfstelling
LET OP
• Zorg ervoor dat de bedieningselementen en aansluitingen vrij toegankelijk zijn.
• Stel de kouddraadaanvoerunit ABIDRIVE op met een vrije ruimte van 50 cm rondom om een optimale circulatie van
de koellucht te garanderen.
• Zorg ervoor dat er geen stof of andere vreemde materialen in de koelluchtstroom van de installatie kunnen
binnendringen.
• Scherm de onderdelen af van regen en direct zonlicht.
• Gebruik het apparaat uitsluitend in een droge, propere en goed geventileerde ruimte.
6.2 Inschakelen van het apparaat
1
Hoofdschakelaar
2
Stuurkabel (stroombron)
3
Gasingang
Afb. 4
Achterzijde
Schakel de ABIDRIVE aan de achterzijde in met de hoofdschakelaar (1).
NL - 10
8
7
4
Koelmiddelafvoer (rood)
5
Zekering 2A
6
Aansluiting netstekker
TIG-kouddraadaanvoerunit
1
2
3
4
5
6
7
Lasstroomaansluiting (stroombron)
8
Koelmiddeltoevoer (blauw)
BAL.0420.0 • 2018-10-22