Inhoudsopgave
Advertenties
1. Sproeiervloeistofreservoir. Zie
Sproeiervloeistof 0 242.
2. Koelvloeistofreservoir en
drukdop. Zie Koelsys-
teem 0 235.
3. Motoroliepeilstaaf. Zie Motor-
olie 0 229.
4. Vuldop motorolie. Zie Motor-
olie 0 229.
5. Rem-/koppelingsvloeistofreser-
voir. Zie Remvloeistof 0 244 en
Hydraulische koppeling 0 233.
6. Luchtfilter motor 0 234.
7. Motorkoelventilator (niet zicht-
baar). Zie Koelsysteem 0 235.
8. Zekeringenhouder motor-
ruimte 0 252.
9. Minpool ( ) van de accu. Zie
Starten met hulpaccu 0 284.
10. Accupluspool (+). Zie Starten
met hulpaccu 0 284.
Motorolie
Besteed aandacht aan de motorolie,
zodat u verzekerd bent van goede
motorprestaties en een lange
levensduur. U helpt uw aanschaf te
beschermen door onderstaande
eenvoudige, maar belangrijke
stappen op te volgen:
Gebruik motorolie die voldoet
aan de voorgeschreven specifi-
catie en viscositeitsgraad.
Raadpleeg Juiste motorolie
kiezen in dit hoofdstuk.
Controleer regelmatig het
motoroliepeil en houd dit op het
juiste niveau. Zie Motorolie
controleren en Wanneer motor-
olie bijvullen? in dit hoofdstuk.
Ververs de motorolie op de
voorgeschreven tijden. Zie
Motorolie, levensduursys-
teem 0 232.
Voer motorolie altijd op de juiste
wijze af. Raadpleeg Afvoeren
van afgewerkte olie , elders in
dit hoofdstuk.
Motorolie controleren
Controleer het oliepeil regelmatig
(elke 650 km (400 mijl), met name
voor een lange rit. Het oog vormt de
Verzorging van de auto
handgreep van de oliepeilstok. Zie
Overzicht motorruimte 0 226 voor
de locatie.
Waarschuwing
De handgreep van de motorolie-
peilstok kan zo heet zijn dat u
zich brandt. Gebruik een doek of
handschoen om de peilstok vast
te pakken.
Controleer het oliepeil als het Driver
Information Center (DIC) een te laag
oliepeil aangeeft.
Volg deze instructies:
Parkeer op een vlakke onder-
grond om een nauwkeurige
meting te krijgen. Controleer het
oliepeil nadat de motor minstens
twee uur heeft stilgestaan. Als u
het oliepeil op een schuine
helling of direct na het afzetten
van de motor controleert, kan de
meting onjuist zijn. Een controle
voordat u de koude motor start,
geeft een hogere nauwkeurig-
heid. Verwijder de peilstok en
controleer het peil.
229
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
