82
Stoelen en veiligheidssystemen
Kinderzitjes
Oudere kinderen
Oudere kinderen die de zittingver-
hoger zijn ontgroeid, moeten de
veiligheidsgordels van de auto
dragen.
In de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant vindt u de gewichts- en
lengtebeperkingen voor de zitting-
verhoger. Gebruik een zittingver-
hoger met driepuntsgordel totdat het
kind voor de volgende test slaagt:
Ga helemaal naar achteren op
de stoel zitten. Buigen de knieën
bij de zittingrand? Zo ja, ga
verder. Zo nee, blijf de zittingver-
hoger gebruiken.
Maak de driepuntsgordel vast.
Rust de schoudergordel op de
schouder? Zo ja, ga verder. Zo
nee, probeer de comfortgeleider
voor de achterste gordel, indien
aanwezig. Zie "Comfortgeleiders
op veiligheidsgordels achterin"
onder Heup-schoudergordel
0 64. Als er geen comfortge-
leider aanwezig is of als de
schoudergordel niet op de
schouder rust, moet u de zitting-
verhoger blijven gebruiken.
Valt de heupgordel laag en strak
om de heupen en raakt deze de
bovenbenen? Zo ja, ga verder.
Zo nee, blijf de zittingverhoger
gebruiken.
Blijft de veiligheidsgordel
gedurende de rit goed op zijn
plaats zitten? Zo ja, ga verder.
Zo nee, blijf de zittingverhoger
gebruiken.
Q: Hoe worden veiligheidsgor-
dels op de juiste manier
gedragen?
A: Een ouder kind moet een
driepuntsgordel dragen en profi-
teren van de extra ondersteu-
ning door de schoudergordel. De
schoudergordel mag niet over
het gezicht of de hals lopen. De
heupgordel moet strak onder de
heupen zitten en de bovenkant
van de bovenbenen nét raken.
Hierdoor komt de kracht van de
gordel bij een ongeval op de
heupbeenderen van het kind.
Draag de gordel nooit over de
buik. Hierdoor kan bij een
ongeval zwaar of dodelijk
inwendig letsel ontstaan.
Zie ook "Comfortgeleiders op veilig-
heidsgordels achterin" onder
Heup-schoudergordel 0 64.
Volgens ongevalsstatistieken is het
veiliger als kinderen goed vastgezet
op de achterbank in een kinderzitje
zitten.
Kinderen dit niet gezekerd zijn,
kunnen bij een ongeval tegen
anderen botsen die wel hun gordel