Inhoudsopgave
Advertenties
nl
7.3
Controleren van de draairichting
7.4
Inschakelen van de pomp
26
Inbedrijfname
Ontluchten bij systemen waarbij het vloeistofniveau boven het zuigstuk van de
pomp ligt:
ƒ
Afsluiter aan de perszijde van de pomp openen.
ƒ
Afsluiter aan de zuigzijde van de pomp langzaam openen.
ƒ
Voor de ontluchting de ontluchtingsschroef aan de perszijde van de pomp of op de
pomp openen.
ƒ
Ontluchtingsschroef sluiten, zodra er vloeistof uittreedt.
Vullen/ontluchten bij systemen met een terugslagklep, waarbij het vloeistofniveau
onder het zuigstuk van de pomp ligt:
ƒ
Afsluiter aan de perszijde van de pomp sluiten.
ƒ
Afsluiter aan de zuigzijde van de pomp openen.
ƒ
Via een vultrechter vloeistof bijvullen tot de zuigleiding en de pomp helemaal ge-
vuld zijn.
VOORZICHTIG
Gevaar voor materiële schade!
Gevaar voor beschadiging van pomponderdelen waarbij de smering afhangt van de
vloeistoftoevoer.
• Voor het controleren van de draairichting en de inbedrijfname de pomp vullen
met vloeistof en ontluchten.
• De pomp niet gebruiken als de afsluiters gesloten zijn.
De juiste draairichting wordt met een pijl op het pomphuis aangegeven. Vanaf de mo-
torzijde gezien is de draairichting goed als de pomp met de wijzers van de klok mee
draait.
ƒ
Koppelingsbeveiliging verwijderen.
ƒ
Om de draairichting te controleren de pomp aan de koppeling loskoppelen.
ƒ
Motor kort inschakelen. De draairichting van de motor moet overeenkomen met de
pijl voor de draairichting op de pomp.
ƒ
Bij een verkeerde draairichting de elektrische aansluiting van de motor wijzigen.
ƒ
Na controleren van de juiste draairichting de pomp aan de motor koppelen.
ƒ
De uitrichting van de koppeling controleren en, indien nodig, opnieuw uitrichten.
ƒ
Koppelingsbeveiliging weer monteren.
VOORZICHTIG
Gevaar voor materiële schade!
• De pomp niet gebruiken als de afsluiters gesloten zijn.
• Pomp alleen binnen het toegestane toepassingsgebied gebruiken.
Als alle voorbereidende werkzaamheden volgens de voorschriften zijn uitgevoerd en al-
le vereiste voorzorgsmaatregelen zijn getroffen, is de pomp gereed voor de start.
Voor de start de pomp controleren:
ƒ
Bijvul- en ontluchtingsleidingen zijn gesloten.
ƒ
De lagers zijn gevuld met de juiste hoeveelheid smeermiddel van het juiste type
(indien van toepassing).
ƒ
De motor draait in de juiste richting.
ƒ
De koppelingsbeveiliging is goed aangebracht en vastgeschroefd.
ƒ
Aan de zuig- en perszijde van de pomp zijn manometers met een geschikt meet-
bereik gemonteerd. Manometer niet op de krommingen in de leidingen monteren.
Op deze plekken kan de kinetische energie van de vloeistof de meetwaarden beïn-
vloeden.
ƒ
Alle blindflenzen zijn verwijderd.
ƒ
De afsluiter aan de zuigzijde van de pomp is helemaal geopend.
ƒ
De afsluiter in de persleiding van de pomp is helemaal gesloten of slechts een
beetje geopend.
WILO SE 2022-02
Advertenties
Inhoudsopgave
