5 - Installatie
5.0 - Anwijzingen voor de optimale installatie van de tunnel
MINIMUM 0,75 KEER
Ø TUNNEL
ZWAARTEPUNT
ENKELE PROPELLER
• De toename van de tunnellengte vergroot het vermogenverlies waardoor de nominale stuwkracht
afneemt.
• Om het vermogenverlies te beperken wordt voor de lengte 3-4 keer de diameter van de buis geadviseerd; 6 keer de
diameter is de max. tolerantie
42
A
B
B
L 1
L 2
BTQ SERIE D00 HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN GEBRUIK - PL - SE - NL - REV003A
BTQ-serien
• De stand van de tunnel zal afhankelijk zijn van
de binnenste en buitenste vorm van de voorste-
ven van de boot.
• Voor een optimale positionering moet de tun-
nel zoveel mogelijk naar de voorsteven toe en
zo diep mogelijk geplaatst worden. De afstand
van het wateroppervlak moet minstens 0,75
keer de tunneldiameter bedragen.
• Om fenomenen van cavitatie in de propeller te
vermijden, moet men de tunnel zo diep mogelijk
plaatsen.
• Het hefboomeffect in de boot is proportioneel
met de vergroting van de afstand (L1 en L2) die
opgemeten wordt tussen het zwaartepunt en de
positie van de tunnel A en B.
F
Voor een groter hefboomeffect is positie
B te verkiezen boven positie A.
DUBBELE PROPELLER
NL