gesmeerd is, zal de slijtage zeer gering zijn. Indien dat
niet het geval is, zal het lager snel slijten. Een slingerend
zwenkwiel duidt erop dat het lager is versleten.
1. Verwijder de borgmoer en de wielbout waarmee
het zwenkwiel is bevestigd aan de zwenkwielvork
(Figuur 35).
1. Borgmoer
2. Wielbout
3. Lagerbus
2. Verwijder een lagerbus. Trek vervolgens het holle
asje en de rollager uit de wielnaaf (Figuur 35).
3. Neem de andere lagerbus uit de wielnaaf en verwijder
vet en vuil van de wielnaaf (Figuur 35).
4. Controleer het rollager, de lagerbussen, het holle
asje en de binnenkant van de wielnaaf op slijtage.
Vervang defecte of versleten onderdelen (Figuur 35).
5. Montage: plaats een lagerbus op de wielnaaf. Smeer
de rollager en het holle asje schuif ze in de wielnaaf.
Plaats de tweede lagerbus in de wielnaaf (Figuur 35).
6. Zet het zwenkwiel in de vork en zet dit vast met de
wielbout en de borgmoer. Draai de borgmoer vast
totdat het holle asje tegen de binnenkant van de
zwenkwielvorken aankomt (Figuur 35).
7. Pomp vet in de smeernippel op het zwenkwiel.
Elektrische koppeling afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
De koppeling is afstelbaar zodat er goed geschakeld en
geremd kan worden.
1. Steek een voelermaat van 0,381–0,533 mm door
een inspectiegleuf in de zijkant van de armatuur.
Figuur 35
4. Holle asje
5. Rollager
Controleer of deze tussen de wrijvingsvlakken van
de armatuur en de rotor zit.
2. Draai de borgmoeren aan totdat de voelermaat licht
is vastgeklemd maar gemakkelijk binnen de spleet
kan bewegen (Figuur 36).
3. Herhaal deze procedure bij de overige gleuven.
4. Controleer nogmaals elke gleuf en stel de koppeling
iets bij totdat de voelermaat tussen de rotor en de
armatuur hiermee zeer licht contact maakt.
1. Stelmoer
2. Sleuf
31
Figuur 36
3. Voelermaat