De GM Ecoline HC50 plaatsen
Locatie
Voorbereiding voor plaatsing
Plaatsing
Gasdetectiesysteem
GMC Ecoline 8304 GM Ecoline HC50
Instructies voor gebruik en plaatsing
• De nodige maatregelen treffen om overstroming met water, olie, enz. te
vermijden en beschermen tegen stof en mechanische schade.
• Plaatsen op een locatie met lage trillingniveaus en, voor zover mogelijk, een
stabiele temperatuur.
• Zorg voor voldoende toegang tot het systeem voor onderhoud.
• Monitoring voor aardgas:
Plaatsen op het hoogste punt in de kamer, boven een mogelijk lekpunt
(brander, waterboiler, gasmeter, magneetventiel, ...)
• Monitoring voor LPG:
Plaatsen op het laagste punt in de kamer, rechtstreeks onder een mogelijk
lekpunt (brander, waterboiler, gasmeter, magneetventiel, ...)
Nooit een detector plaatsen:
- vlak boven een kookelement
- vlak boven een afvoer
- bij een rookafzuigkap
- buiten
- in een plaats waar de omgevingsvoorwaarden buiten de limieten liggen van
de productspecificaties.
• Maximale kabellengte
De maximale kabellengte tussen de GMC Ecoline 8304 controller en een
detector mag niet meer dan 500 m bedragen.
• Kabeldoorgang
De kabels niet in de onmiddellijke omgeving leggen van elektromagnetische
interferentiebronnen. De limieten vermeld in de standaard voor CE-
markering kunnen enkel gewaarborgd worden als het systeem gepast gebruikt
en geplaatst wordt volgens de EMC-normen.
Vier monteerkruisen plaatsen op de basis van iedere detector:
• Druk een monteerkruis in de grote opening
• Het monteerkruis vastzetten met de meegeleverde korte schroef
De detector plaatsen met de meegeleverde
klemmen.
• Bij plaatsing tegen een muur, zorgen dat het
cilindervormige sensorelement naar beneden
gericht is en de kabelingang aan de bovenzijde.
• Het cilindervormige sensorelement moet
toegankelijk blijven voor afstelling (ong. 10 cm
toegangsruimte)
min. 10cm
voor
afstelling