Opmerking: Als er een registratie bezig is, kan de bijbehorende configuratie niet gewijzigd worden en worden de geselecteerde
waarden met een zwarte punt gemarkeerd.
Druk voor het terugkeren naar het menu Configuratie op
4.10. ALARMMODUS (UITSLUITEND VOOR DE C.A 8333)
Het scherm
bepaalt de alarmen die gebruikt zullen worden door de functie Alarmmodus (zie § 7).
U kunt op ieder van de volgende parameters een alarm bepalen:
Hz, Urms, Vrms, Arms, Ucf, Vcf, Acf, Uthdf, Vthdf, Athdf, Uthdr, Vthdr, Athdr, |P|, |Q
FK, Vunb (of Uunb voor een driefasenbron zonder nulleider), Aunb, U-h, V-h, A-h en |S-h| (zie de afkortingentabel in § 2.9).
Er kunnen 10 alarmen geprogrammeerd worden.
Verplaats voor het activeren van een alarm de gele cursor op zijn nummer met behulp van de toetsen , en valideer vervolgens
met de toets . Het actieve alarm wordt gemarkeerd door een rode punt. Een niet-geprogrammeerd alarm («? ») kan niet
geactiveerd worden.
Verplaats voor het programmeren van het alarm de gele cursor met behulp van de toetsen ,, en en valideer vervolgens
met de toets . Wijzig de waarde en valideer vervolgens opnieuw.
Actieve alarmen.
Niet-actief alarm.
Niet geprogrammeerd alarm.
Programmeer voor het bepalen van een alarm de volgende waarden:
Het alarmtype.
De harmonische rij (tussen 0 en 50), uitsluitend voor |S-h|, A-h, U-h en V-h.
De target van het alarm:
3L: 3 fasen individueel onder toezicht,
N: toezicht op de nulleider,
4L: 3 fasen en nulleider individueel onder toezicht,
S: toezicht van de waarde van het complete systeem.
De richting van het alarm (>of <) uitsluitend voor Hz, Urms, Vrms, Arms.
De ontkoppelingsdrempel van het alarm (waarde en eenheid voor Urms, Vrms, Arms, |P|, |Q1| of N, D en S).
De minimale overschrijdingsduur van de drempelwaarde om het alarm te valideren: in minuten of seconden of, uitsluitend voor
Vrms, Urms en Arms (exclusief nulleider), in honderdsten seconden.
De hysteresewaarde: 1%, 2%, 5% of 10% (zie § 16.3).
Om van de ene naar de andere pagina over te gaan, drukt u op de toets
Ledere alarmoverschrijding wordt genoteerd in een alarmcampagne.
Figuur 33 : Het tweede scherm van de Trendmodus wordt gewijzigd
Figuur 34 : Het menu Alarmmodus
.
| ou N, D, S, |PF|, |cos F|, |tan F|, PST, FHL,
1
of
.
31