Tabel 3.4
Telnet-opdrachten en parameters (13 van 20)
mdns-pri-svc
ttl-slp
ipv4-multicast
idle-timeout
user-timeout
cold-reset
NLWW
De mDNS-service met de hoogste prioriteit die moet worden
gebruikt voor afdrukken. Als u deze parameter wilt instellen,
kiest u een van de volgende afdrukopties:
1: afdrukken naar poort 9100
2: afdrukken naar IPP-poort
3: de standaard-LPD-wachtrij van het type 'raw'
4: de standaard-LPD-wachtrij van het type 'text'
5: de standaard-LPD-wachtrij van het type 'auto'
6: de standaard-LPD-wachtrij van het type 'binps' (binair
PostScript)
7 tot en met 12: door de gebruiker opgegeven LPD-wachtrijen 5 tot
en met 10 (voor zover die zijn gedefinieerd).
De standaardinstelling hangt af van de printer, maar is doorgaans
"9100 printing" of "LPD binps".
Bepaalt de TTL-instelling (Time To Live) voor IP-multicasts
voor de SLP-pakketten (Service Location Protocol).
De standaardwaarde is vier sprongen (het aantal routers vanaf het
lokale netwerk). Het bereik is 1 tot 15. Bij instelling van –1 wordt
de multicast-functie uitgeschakeld.
Dient voor het in- of uitschakelen van de ontvangst en verzending
van multicast-pakketten van IP-versie 4 door de printserver.
0 deactiveert, 1 (standaardinstelling) activeert.
Een getal (1 tot 3600) ter aanduiding van het aantal seconden dat
een inactieve afdrukgegevensverbinding open mag blijven.
Bijvoorbeeld:
idle-timeout 120
bepaalt 120 seconden als de gewenste waarde voor de inactieve
time-out.
De standaardinstelling is 270 seconden. Indien de waarde is
ingesteld op 0, wordt de verbinding niet beëindigd en zijn andere
hosts niet in staat om een verbinding tot stand te brengen.
Een getal (1...3600) voor het aangeven van het aantal seconden
dat de Telnet- of FTP-sessie niet-actief mag zijn alvorens de
verbinding automatisch wordt verbroken. De standaardinstelling
is 900 seconden. 0 dient voor het uitschakelen van de time-out.
LET OP: het resultaat van kleine waarden, zoals 1 tot 5, kan zijn
dat Telnet in feite wordt uitgeschakeld. Telnet-sessies kunnen
worden afgesloten alvorens wijzigingen kunnen worden
aangebracht.
Stelt de fabriekswaarden voor TCP/IP in. Na activering van de
fabriekswaarden dient u de printserver uit- en weer in te
schakelen. Parameters voor andere subsystemen, zoals IPX/SPX
of AppleTalk, worden niet gewijzigd.
TCP/IP-configuratie 102