SAEx 07.2 – SAEx 16.2 / SAREx 07.2 – SAREx 16.2 Meld- en stuureenheid: elektromechanisch
Meldingen
8.
Meldingen
8.1.
Statusmeldingen via signaleringsrelais (digitale uitgangen)
Eigenschappen
8.1.1.
Bezetting van de uitgangen
8.1.2.
Codering van de uitgangen
8.2.
Analoge meldingen
Stand afsluiter
44
Via signaleringsrelais kunnen statusmeldingen (bijv. het bereiken van de eindstanden,
de stand van de keuzeschakelaar, storingen...) als binaire signalen aan het centraal
beheersysteem in de operatorruimte worden gemeld.
Statusmeldingen hebben slechts twee statussen: actief of niet actief. Actief betekent
dat aan de voorwaarden voor de melding is voldaan.
De signaleringsrelais (uitgangen DOUT 1 – 12) kunnen met verschillende signalen
worden bezet.
Vereist gebruikersniveau: Specialist (4) of hoger.
Apparaat configuratie M0053
I/O Interface M0139
Digitale uitgangen M0110
Signaal DOUT 1 M0109
Standaardwaarden:
Signaal DOUT 1 = Storing
Signaal DOUT 2 = Eindstand DICHT
Signaal DOUT 3 = Eindstand OPEN
Signaal DOUT 4 = Keuzesch. AFSTAND
Signaal DOUT 5 = Momentstoring DICHT
Signaal DOUT 6 = Momentstoring OPEN
Signaal DOUT 7 = Eindstand DICHT
Signaal DOUT 8 = Eindstand OPEN
Signaal DOUT 9 = Keuzesch. AFSTAND
Signaal DOUT 10 = Momentstoring DICHT
Signaal DOUT 11 = Momentstoring OPEN
Signaal DOUT 12 = Storing
De uitgangssignalen DOUT 1 – 12 kunnen High Active of Low Active worden
geschakeld.
High Active = meldcontact gesloten = signaal actief
Low Active = meldcontact open = signaal actief
Vereist gebruikersniveau: Specialist (4) of hoger.
Apparaat configuratie M0053
I/O Interface M0139
Digitale uitgangen M0110
Codering DOUT 1 M0102
Standaardwaarde DOUT 1 – 12: High active
— (Optie) —
Bij aandrijvingen voorzien van een positioner (potentiometer of RWG) is een analoge
standmelding ter beschikking.
Signaal: E2 = 0/4 – 20 mA (potentiaalgescheiden)
Aanduiding in het schakelschema:
ANOUT1 (stand)
ANOUT2 (stand)
Voor meer informatie over dit thema: zie instructies (Bedrijf en instelling).
ACExC 01.2 Intrusive