Inhoudsopgave
Advertenties
Fig. 4. Beginmenu voor isolatieweerstand
Stap 2
♦ Programmeer de Nominale Testspanning.
Hoe programmeert men de Testspanning?
♦ Druk op de SELECT toets en laat deze weer los om toegang te krijgen tot de
modus voor testspanningsafregeling; het volgende menu wordt weergegeven:
Fig. 5. Menu voor testspanningsafregeling en tabel met beschikbare nominale
testspanningen
↑ ↑ ↑ ↑
↓ ↓ ↓ ↓
♦ Gebruik de
en
pijltjestoetsen om de gewenste nominale testspanning te
selecteren. Met elke individuele druk verhoogt/verlaagt men de spanning met één
stap, terwijl een permanente druk de waarde continu verhoogt/verlaagt (op
standaardewaarden zoals 100, 250 of 500 V wordt er een korte pauze ingelast om
de gebruikte toets te kunnen loslaten).
Stap 3
♦ Programmeer de onderste limietwaarde voor isolatieweerstand. De
testresultaten zullen nadien vergeleken worden met de geprogrammeerde
limietwaarde; zijn deze lager, dan worden ze gevolgd door een uitroepteken "!".
Hoe programmeert men de onderste limietwaarde ?
UN.................... Laatst geprogrammeerde
nominale testspanning. De werkelijke
testspanning U wordt weergegeven tijdens
de meting.
De laatst geprogrammeerde nominale
testspanning knippert.
Beschikbare nominale
testspanningen (V)
÷
50
1000
- 11 -
Stap
(V)
10
Advertenties
Inhoudsopgave
