Inhoudsopgave
Advertenties
4.6. Algemene instellingen
Gewoonlijk vertonen de meetopbjecten stroom- of spanningsruis, veroorzaakt door
netspanning ergens in de buurt. De netspanningsfrequentie verschilt van land tot
land (bv. 50 Hz in Europa, 60 Hz in de USA). Om stabiele testresultaten te
verkrijgen, ongeacht de aanwezigheid van ruis, is het noodzakelijk de nominale
frequentie van het netsysteem in te voegen. Op basis van de ingestelde frequentie
zal de aardingsisolatietester automatisch de integratietijd afregelen om een zo
groot mogelijke immuniteit tegen netruis te bekomen.
Als de frequentie eenmaal ingesteld is, blijft deze zo geprogrammeerd, zelfs na het
vervangen van de batterijen.
Hoe voegt men de frequentie van de netspanning (50/60 Hz) en de eenheid
van de soortelijke aardingsweerstand (
♦ Schakel het toestel uit.
♦ Druk op de SELECT toets en houd deze ingedrukt terwijl men het toestel
aanschakelt totdat de waarde 50 of 60 (laatst geselecteerd) begint te knipperen.
Selecteer de gewenste frequentie van de netspanning d.m.v. de pijltjestoetsen
↓ ↓ ↓ ↓
of
.
♦ Druk op de SELECT toets; de eenheid m of ft (laatst geselecteerd), gebruikt in
soortelijke aardingsweerstand, begint te knipperen. Selecteer de geschikte
eenheid d.m.v. de pijltjestoetsen
♦ Druk nogmaals op de SELECT toets om het menu voor "Frequentie" en
"Eenheidsselectie" te verlaten; het toestel is nu klaar voor gewone metingen.
Een nieuwe selectie wordt ook steeds aangeboden na het resetten van het toestel
(zie hoofdstuk 4.5).!
Ω Ω Ω Ω
Ω Ω Ω Ω
m/
ft) in?
↑ ↑ ↑ ↑
↓ ↓ ↓ ↓
of
.
- 43 -
↑ ↑ ↑ ↑
Advertenties
Inhoudsopgave
