♦ Druk op de SELECT toets nadat men de nominale testspanning heeft ingesteld
om het instelmenu voor de onderste limietwaarde de activeren (zie figuur hierna).
De laatst geprogrammeerde onderste
limietwaarde knippert.
Fig. 6. Instelmenu voor onderste limietwaarde en tabel met beschikbare
limietwaarden
↑ ↑ ↑ ↑
↓ ↓ ↓ ↓
♦ Gebruik de
en
pijltjestoetsen om de gewenste onderste limietwaarde te
programmeren. Met elke individuele druk verhoogt/verlaagt men de spanning met
één stap, terwijl een permanente druk de waarde continu verhoogt/verlaagt.
Moeten de testresultaten niet vergeleken worden met de onderste limietwaarde,
druk dan op CLR; het bericht no wordt weergegeven i.p.v. de geprogrammeerde
waarde.
♦ Druk nogmaals op SELECT, na het instellen van de limietwaarde, om terug te
keren naar het beginmenu voor isolatieweerstand.
Stap 4
♦ Verbind de testkabel met het testobject, zoals op de figuur hierna:
Fig. 7. Verbinding opgesplitste meetsnoeren (links) en teststekker met
bedieningsknop (rechts)
Beschikbare
onderste
limietwaarden
Ω
(M
)
÷
0,00
0,10
÷
0,10
1
÷
1
10
÷
10
1000
- 12 -
Stap
Ω
(M
)
0,01
0,05
1
10