Inhoudsopgave
Advertenties
controle-/vulplug aan de rechterzijde van de
transmissie (Figuur 28).
4. Als alle vloeistof is weggelopen, plaatst u de
aftapplug terug.
5. Plaats de machine op de trommels op een
horizontaal oppervlak.
6. Vul de transmissie met ongeveer 2,8 liter
transmissievloeistof van het juiste type
totdat het peil de onderkant van de
controle-/vulopening bereikt; voor juiste type
olie, zie Transmissievloeistof controleren.
7. Plaats de controle-/vulplug terug.
Onderhouden remmen
De service-/parkeerrem
afstellen
Als de service-/parkeerrem slipt tijdens het
gebruik, moet deze worden afgesteld.
1. Zet de service-/parkeerremhendel op UIT.
2. Om de kabel strakker te zetten, moet u de
voorste contramoer op de kabel losdraaien en
de achterste contramoer aandraaien (Figuur 29)
totdat een kracht van 2,7-4 kg nodig is om de
rem in werking te stellen. Meet de kracht bij de
knop op de hendel. Stel de rem niet zodanig af
dat de remband aanloopt.
Figuur 29
1. Tractiekabel
2. Kabel van service-
/parkeerrem
Onderhoud riemen
De riemen afstellen
Zorg ervoor dat de riemen de juiste spanning
hebben zodat de machine naar behoren kan
werken en onnodige slijtage wordt voorkomen. De
riemen moeten veelvuldig worden gecontroleerd.
Drijfriem van messenkooi
1. Verwijder de bevestigingen van de drijfriemkap
en de drijfriemkap zodat u bij de riem kunt
komen (Figuur 30).
Figuur 30
1. Drijfriemkap
2. Controleer de spanning door de riem
(Figuur 31) midden tussen de poelies in te
drukken met een kracht van 2 ± 0,5 kg. De
riem moet een speling van 6,4 mm hebben.
Als de speling niet correct is, gaat u verder met
de volgende stap.
Figuur 31
1. Drijfriem van messenkooi
3. Om de riemspanning af te stellen, gaat u als
volgt te werk:
27
Advertenties
Inhoudsopgave
