Het warmwatercircuit moet over een veiligheidsventiel, terugslagklep in
de buurt van de koudwateraansluiting, vulventiel en thermostatische
drinkwatermenger beschikken (niet meegeleverd).
▶ Veiligheidsventiel en koudwaterventiel met terugslagklep voor warm
water monteren.
▶ Overloopleiding van veiligheidsventiel naar een vorstveilige afvoer.
▶ Eventueel warmwatercirculatiepomp (toebehoren) monteren.
▶ Warmwateruitlaat [1] aansluiten.
▶ Koudwaterinlaat [2] aansluiten.
▶ Het warmwatercircuit zodanig aansluiten, dat verontreinigingen zijn
uitgesloten
1
Afb. 17 Wateraansluitingen op de warmtepomp
[1]
Warmwateruitgang
[2]
Koudwateringang
Compress 7800i LW – 6721832732 (2023/09)
2
0010023582-001
5.5
Elektrische aansluiting
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken!
De bestanddelen van de warmtepomp staan onder spanning.
▶ Schakel voor werkzaamheden aan de elektrische onderdelen de voe-
dingsspanning uit.
OPMERKING
Schade aan de installatie bij inschakelen zonder water.
Inschakelen van de installatie zonder water kan schade aan de installatie
veroorzaken.
▶ Vul de boiler en cv-installatie voor het inschakelen van de cv-installa-
tie en stel de juiste druk in.
OPMERKING
Verkeerde werking door storingen!
Sterkstroomleidingen (230/400 V) in de nabijheid van een communica-
tiekabel kunnen storingen aan de waterpomp veroorzaken.
▶ Leg sensorkabels, EMS-BUS-leidingen en afgeschermde CAN-BUS-
leidingen gescheiden van netkabels. Minimale afstand 100 mm. Een
gemeenschappelijke installatie van de BUS-kabel met sensorkabels
is wel toegestaan.
EMS-BUS en CAN-BUS zijn niet compatibel.
▶ EMS-BUS-eenheden niet op CAN-BUS-eenheden aansluiten.
De elektrische aansluiting van de warmtepomp moet op een veilige wijze
kunnen worden onderbroken.
▶ Installeer een afzonderlijke veiligheidsschakelaar, die de warmte-
pomp compleet van de voeding kan loskoppelen. Bij een gescheiden
stroomvoorziening is voor elke voedingskabel een afzonderlijke vei-
ligheidsschakelaar nodig.
Zorg voor een aardverbinding voor alle elektrische systeemonderdelen.
De aansluitkabel (netspanning) van de warmtepomp is in de fabriek ge-
monteerd. Indien door de installateur een andere aansluitkabel wordt
gelegd, moet de voorgemonteerde kabel worden losgekoppeld en ver-
wijderd.
Aanbevolen zekeringgrootten vindt u in het hoofdstuk "Technische gege-
vens".
Installatie
21