Ga als volgt te werk om het toestel met de hand te verplaatsen:
− verwijder de schroeven waarmee hij aan de pallet is be-
vestigd (1);
− verwijder het paneel aan de bovenkant (2);
− til de verwarmingsketel op bij de beugels in de ketelbe-
huizing;
Gebruik uitrustingen die geschikt zijn voor het gewicht van het
toestel.
1
9
Houd er rekening mee dat het toestel tijdens het optillen
mogelijk schommelt.
2.4
Installatieplaats
De verwarmingsgroep INSIEME EVOe 32 V LN moet geïnstalleerd
worden in ruimten met voldoende grote ventilatieopeningen
die voldoen aan de technische normen en voorschriften die op
de plaats van installatie van kracht zijn.
9
Houd rekening met de nodige ruimte voor de toegang tot
de veiligheids- en regelmechanismen en voor het uitvoeren
van het onderhoud.
9
Controleer of de elektrische beschermingsgraad van het ap-
paraat voldoet voor de eigenschappen van de plaats van de
installatie.
9
Zorg ervoor dat de verbrandingslucht niet vervuild raakt
met chloor- of fluorhoudende stoffen (uit b.v. spuitbussen,
kleur- en reinigingsmiddelen).
0
De verwarmingsketels mogen niet buiten geïnstalleerd
worden, omdat ze hier niet voor ontworpen werden.
0
Het is verboden de ventilatie-openingen van de installatie-
ruimte af te sluiten of kleiner te maken, want ze zijn abso-
luut noodzakelijk voor de optimale verbranding.
2.4.1
Aanbevolen min.afstand
Op onderstaande afbeelding staat de aan te houden afstand
vermeld met het oog op montage en onderhoud.
2
1
2.5
Plaatsen in reeds bestaande of te renoveren
installatie
Wanneer de verwarmingsketel geïnstalleerd wordt op een oude
installatie of een installatie die aan vernieuwing toe is, contro-
leer of:
− Het rookkanaal bestand is tegen de temperaturen van
de verbrandingsproducten, berekend en gebouwd is
volgens de Voorschriften, zo rechtlijnig mogelijk is, afge-
dicht, geïsoleerd en zonder vernauwingen of verstoppin-
gen
− De elektrische installatie is uitgevoerd door vakmensen,
in overeenstemming met de specifieke Normen
− De brandstoftoevoerleiding en de eventuele tank uitge-
voerd zijn volgens de specifieke Normen
− Het expansievat volledige opname garandeert van de
uitgezette vloeistof in de installatie
− Debiet, opvoerhoogte en stromingsrichting van de circu-
latiepompen aan de eisen voldoen
− De installatie gespoeld is, moddervrij en zonder afzettin-
gen, ontlucht en goed afgedicht
− Er voorzien wordt in waterbehandeling in geval van een
bijzonder watervul/-suppletiesysteem (raadpleeg de re-
ferentiewaarden op pag. 24); zie Catalogus
9
De fabrikant is geenszins aansprakelijk voor eventuele
schade voortkomend uit een verkeerd uitgevoerd rookaf-
voersysteem.
15
INSTALLATIE
R