Par.
Menu
Beschrijving
Nr.
Nachtelijke verlaging setpoint Rechtstreekse Zone/
Zona 1 in verwarmingsmodus Par. 2001= 2 of 3
Bepaalt met hoeveel graden het setpoint van de ver-
warming verlaagd moet worden bij het openen van
2000
2133
het contact van de omgevingsthermostaat (TA)
De verlaging van de aanvoertemperatuur is van
invloed op alle actieve verwarmingszones en om te
worden gebruikt, moet elke zoneregelaar de RT-klem
overbrugd hebben.
Compensatiefactor buitentemperatuur Directe zone/
2000
2134
Zone 1
2000
2135 Sluitingstijd mengklep Zone 1
2000
2136 PID P mengklep Zone 1
2000
2137 PID I mengklep Zone 1
2000
2138 Tijdsduur werking klep Zone 1
Verhoging setpoint Zone 1
Verhoogt de waarde van het setpoint van de ver-
warmingszone. Bijvoorbeeld, als het setpoint van de
zone 40°C bedraagt, wordt het verzoek tot warmte
2000
2139
dat naar de verwarmingsketel verzonden wordt
verhoogd met 5°C (fabrieksinstelling). Bijgevolg be-
draagt de waarde voor de verwarmingsketel 45°C.
Alleen geldig voor gemengde zone.
2000
2140 Postcirculatietijd circulatiepomp Zone 1
2000
2141 Beveiliging tegen overtemperatuur aanvoer Zone 1
2000
2142 Controletijd overtemperatuur Zone 1
2000
2143 Wachttijd overtemperatuur Zone 1
2000
2144 Hersteltijd systeem Zone 1
2000
2500 Functie niet geïmplementeerd
2000
2501 Functie niet geïmplementeerd
Gebruik accessoire voor de regeling van Zone 1
0 = Nee
1 = Ja
3000
3100
Als de accessoire voor de regeling van Zone 1 wordt
gebruikt, zijn de RT- en OT-ingangen niet inge-
schakeld. De RT-ingang wordt alleen gebruikt om
nachtverlaging op alle actieve zones te activeren (Par.
2001 = 2 en 3)
Modus Zone 1
3000
3101
0 = direct
1 = gemengd
Setpoint verwarming Zone 2 in verwarmingsmodus 0
en 3
De regeling van de thermische eenheid bepaalt het
setpoint van de ketel bij verwarming met behulp van
2000
2203
de hoogste waarde onder de aangevraagde waarden
van alle actieve zones (Par. 1101, 1201, 1301)
Als Zone 2 als gemengd geconfigureerd is, wordt
als setpoint de waarde gebruikt die ingesteld is in
parameter 1212.
Maximum setpoint verwarming Zone 2 bij minimale
buitentemperatuur
2000
2219
Het bereik van deze parameter wordt beperkt door
de minimale setpointwaarden (Par. 2023) en maxi-
male (Par. 2024).
Minimale buitentemperatuur Zone 2
Bepaalt de minimale buitentemperatuur waarbij het
2000
2220
setpoint maximale verwarming wordt geassocieerd
van Par. 2219.
Minimum setpoint verwarming Zone 2 op de basis
buitentemperatuur (Par. 2222)
2000
2221
Stel het setpoint minimale verwarming in wanneer
de buitentemperatuur gelijk is aan de waarde inge-
steld in parameter 2222 (basis buitentemperatuur).
Instelling verwarming Zone 2
BT: (Par. 2221, 45)
AT: (Par. 2221, Par.
BT: (Par. 2221, 45)
AT: (Par. 2221, Par.
BT: (20, Par. 2219)
AT: (Par. 2023, Par.
35
Fabrieksinstelling
Bereik
INSIEME EVOe 32 V LN
0...10
4
0...100
50
0...240
140
0...99
5
0...99
10
0...255
2
0...20
5
0...240
30
0...100
55
0...240
0
0...240
2
0...240
2
0...1
0
0...1
0
70 (AT)
2024)
45 (BT)
82 (AT)
2024)
45 (BT)
-20...5
-20
30 (AT)
2219)
20 (BT)
INSTALLATIE
Toe-
UM
gang
°C
I
%
I
Sec.
I
I
I
Sec.
I
x 10
°C
I
Sec.
I
°C
I
Min.
I
Min.
I
Min.
I
I
I
I
I
°C
U
°C
I
°C
I
°C
I