Eenpijpsystemen onder druk
(*)
(*)
VIC: brandstofkraan (indien voorzien)
Voor de elektrische aansluiting, zie de paragraaf "Brandsto-
fafsluiter BA (niet meegeleverd)".
9
Als de installatie voorzien is van een brandstofkraan (VIC) in
het circuit dat de brandstof naar de brander voert, moet het
sluiten van de klep vertraagd worden om te vermijden dat
het deel van de leiding tussen de pomp en de klep in on-
derdruk gaat (leeg). In de parameter 2079 kan de vertraging
(seconden) ingesteld worden waarmee de VIC-brandstof-
kraan gesloten moet worden ten opzichte van de brander.
De waarde die ingesteld moet worden dient altijd ≥ dan de
naventilatietijd van de brander.
H (m)
0,5
1
1,5
2
H
= hoogteverschil
L
= max.lengte van de aanzuigleiding
Øi = binnendiameter van de buis
L (m)
Øi (8mm)
Øi (10mm)
10
20
20
40
40
80
60
100
Eenpijpsvacuümsystemen
(*)
(*)
VIC: brandstofkraan (indien voorzien)
Voor de elektrische aansluiting, zie de paragraaf "Brandsto-
fafsluiter BA (niet meegeleverd)".
9
Als de installatie voorzien is van een brandstofkraan (VIC) in
het circuit dat de brandstof naar de brander voert, moet het
sluiten van de klep vertraagd worden om te vermijden dat
het deel van de leiding tussen de pomp en de klep in on-
derdruk gaat (leeg). In de parameter 2079 kan de vertraging
(seconden) ingesteld worden waarmee de VIC-brandstof-
kraan gesloten moet worden ten opzichte van de brander.
De waarde die ingesteld moet worden dient altijd ≥ dan de
naventilatietijd van de brander.
H (m)
0
0,5
1
1,5
2
3
3,5
H
= hoogteverschil
L
= max.lengte van de aanzuigleiding
Øi = binnendiameter van de buis
OPMERKING:
De tabellen tonen de geschatte maximale lengten voor de toe-
voerleiding, afhankelijk van het verschil in hoogte, lengte en
diameter van de brandstofleiding.
21
INSTALLATIE
L (m)
Øi (8mm)
Øi (10mm)
35
100
30
100
25
100
20
90
15
70
8
30
6
20