maai-eenheden dezelfde maaifrequentie hebben. Hoe
scherper de bocht, hoe groter het verschil tussen het
toerental van de messenkooien. Bovendien zal het
RDS-systeem het messenkooitoerental afstellen voor
een constante maaifrequentie als de snelheid van
de machine verandert terwijl u aan het maaien bent.
Deze functie beperkt verdunning van de grasmat aan
de binnenste messenkooi (in vergelijking met andere
zitmaaiers), wat 'triplex ring' zo goed als elimineert.
Het RDS-systeem past ook het toerental van de
wielmotoren aan tijdens een bocht, gelijkaardig
met het toerental van de messenkooimotoren die
veranderen tijdens een bocht. De binnenste wielmotor
zal met een lager toerental draaien dan de buitenste
wielmotor. Dit beperkt het afschaven van het wiel in de
bocht tot een minimum en kan 'triplex ring' tegengaan.
De Clip-Control functie instellen
Ga naar de optie C
LIP
RDS-systeem in te stellen.
•
Clip-Control ingesteld op AAN: De machine
gebruikt uw instellingen van de opties M
en A
ANTAL MESSEN
linker- en rechterwiel om de snelheid van elke
messenkooi te bepalen.
•
Clip-Control ingesteld op U
uw instelling van de optie M
Opmerking:
De standaardinstelling is AAN.
De maaihoogte instellen
Ga naar de optie M
AAIHOOGTE
stellen. De functie Clip-Control moet ingesteld zijn op
A
om deze functie te gebruiken; zie
AN
functie instellen (bladz.
Opmerking:
De standaardinstelling is 3,2 mm.
Het aantal messen van de
maai-eenheid instellen
Ga naar de optie A
ANTAL MESSEN
messen van de maai-eenheid in te stellen. Bepaal het
aantal messen in uw uitgeruste maai-eenheden en
selecteer de gepaste waarde (5, 8, 11, of 14).
Opmerking:
De standaardinstelling is 11.
De maximale maaisnelheid
instellen
Ga naar de optie M
.
AX
maaisnelheid in te stellen. U kunt de snelheid instellen
van 4,5 km/u tot 8 km/u in stappen van 0,3 km/u.
Opmerking:
De standaardinstelling is 6,1 km/u.
-C
om de functie
ONTROL
AAIHOOGTE
en de snelheden van het
: De machine gebruikt
IT
ESSENKOOITOERENTAL
om de maaihoogte in te
De Clip-Control
28).
om het aantal
om de maximale
MAAIEN
De maximale transportsnelheid
instellen
Ga naar de optie M
transportsnelheid in te stellen. U kunt de snelheid
instellen van 8 km/u tot 16 km/u in stappen van
0,8 km/u.
Opmerking:
De standaardinstelling is 16 km/u.
De maximale snelheid achteruit
instellen
Ga naar de optie M
snelheid achteruit in te stellen. U kunt de snelheid
instellen van 3,2 km/u tot 8,0 km/u in stappen van
0,8 km/u.
Opmerking:
De standaardinstelling is 4 km/u.
Opmerking:
Voor machinesoftwareversies A tot
en met D is de maximale snelheid 4,8 km/u. Werk
de machinesoftware bij voor de mogelijkheid om de
maximale snelheid in te stellen tot 8,0 km/u.
De functie Vertragen in bochten
instellen
.
Ga naar de optie V
de functie Vertragen in bochten in te stellen. De
functie Vertragen in bochten vertraagt de machine
terwijl u een bocht neemt voor een nieuwe werkgang
op de green.
Opmerking:
De standaardinstelling is U
Een uitgeruste set met
driewielaandrijving uitschakelen
Ga naar de optie D
uitgeruste set met driewielaandrijving uit te schakelen.
Opmerking:
Wanneer u de set met
driewielaandrijving monteert, is de set automatisch
geactiveerd.
De dialoogberichten van
InfoCenter
Wanneer de machine wordt gekalibreerd, verschijnen
dialoogberichten in het InfoCenter. Deze berichten
zijn bedoeld om u instructies te geven tijdens het
kalibratieproces.
Raadpleeg de volgende tabel voor een lijst met alle
dialoogberichten:
Dialoogberichten
28
.
om de maximale
AX
TRANSPORT
.
om de maximale
AX
ACHTERUIT
&
ERTRAGEN
BOCHTEN NEMEN
om een
RIEWIELAANDRIJVING
om
.
IT