All manuals and user guides at all-guides.com
Foutopsporing
Fout
De maairobot staat
- Accuspanning te laag
in het maaigebied
- Fout aan de stroomkring of
De maairobot kan
niet worden inge-
schakeld
De maairobot kan
- Laadstation (19) niet correct
niet in het laadstati-
on rijden
De maairobot stopt
- Begrenzingsdraad (18) niet
resp. rijdt ongecon-
troleerd in de buurt
van begrenzingsei-
landen.
De maairobot maakt
- Klingen (10) beschadigd
veel lawaai
- Aan de klingen (10) hechten
- Maairobot te dicht bij hinder-
- Mesaandrijving of aandrijf-
- Andere delen van de maairo-
De maairobot blijft
- Verkeerde instellingen van
in het laadstation
De maairobot keert
- Accu (22) leeg
steeds weer terug
- Regensensor gereageerd
naar het laadstation
- Verhoogde accutemperatuur
De maairobot blijft
- Accu (22) leeg.
op de begrenzings-
- De lengte van de begren-
draad staan en kan
het laadstation niet
bereiken.
OPGELET! Doorgesneden begrenzingsdraden en gevolgschade vallen niet onder de garantie!
Anl_GC_RM_500_SPK9.indb 136
Anl_GC_RM_500_SPK9.indb 136
NL
Mogelijke oorzaak
de elektronica
geïnstalleerd
juist geïnstalleerd rond de
begrenzingseilanden
veel vreemde materialen
nissen gestart
motor beschadigd
bot beschadigd
de werktijd
zingsdraad (18) en daardoor
de weg naar het laadstation
(19) is te lang voor de gebru-
ikte accu (22).
- 136 -
Verhelpen
- Breng de maairobot terug naar het laad-
station (19) om op te laden
- Schakel de hoofdschakelaar (7) in (ON)
- Wend u tot de klantendienst
- Controleer of de LED-indicatie (21) aan
het laadstation (19) groen brandt
- Controleer of de begrenzingsdraden (18)
aan het laadstation (19) zijn aangesloten
en of de voorste begrenzingsdraad (18)
in het midden onder het station (19) is ge-
legd.
- Controleer of het laadstation (19) correct
gepositioneerd
- Pas de positie van de begrenzingsdraad
(18) aan
- Let erop dat de begrenzingsdraad (18)
zich niet kruist.
- Vervang de klingen (10). De 3 klingen (10)
moeten gelijktijdig worden vervangen
- De effi ciëntie van de maairobot hangt af
van de scherpte van de klingen (10). Houd
de klingen (10) daarom in goede toestand
- Schakel de maairobot veilig uit en draag
werkhandschoenen als u de klingen (10)
reinigt, om snijwonden te vermijden
- Laat de motor door de klantendienst repa-
reren of vervangen
- Controleer de instellingen van de werktijd
- De maairobot begint en beëindigt zijn
werk al naargelang het ingestelde tijd-
venster. Buiten dit tijdvenster blijft de
maairobot in het laadstation (19)
- Verwijder mogelijke hindernissen op de
begrenzingsdraad (18). Zorg bij het leg-
gen van de begrenzingsdraad (18) voor
voldoende afstand tot hindernissen.
- Gebruik een accu met hogere capaciteit.
- Opgelet: bij inzet van een multi-Ah-accu
(bijv. 4-6 Ah) de hogere capaciteit instel-
len. Dankzij de spaarzame lading en ont-
lading bij de maairobot is het niet noodza-
kelijk om de lagere capaciteit te gebruiken
om de levensduur te verlengen.
16.02.2021 14:17:48
16.02.2021 14:17:48